24 februari 2020 Bandung

24 februari 2020 - Bandung, Indonesië

Vandaag doen we weinig, misschien een bezoek aan de scholen waar Edu op heeft gezeten. Maar eigenlijk willen we een gids, iemand die voor ons kan vertalen en die ons meer kan vertellen over de geschiedenis van Bandung. Als de wekker om 9.00 uur gaat ben ik nog lang niet uitgeslapen. Maar mijn haren moeten echt gewassen, de was moet voor 10.00 uur afgegeven worden en het ontbijt is tot 10.00 uur. Dus in de benen. Het wordt nog een beetje haasten en mijn hoofd werkt niet mee. Elise loodst me naar de ontbijtzaal en brengt de was weg. Pfff daar is de aardig mijnheer met cappuccino, dat had ik nodig. We kunnen gelukkig op ons gemak pakken wat we lekker vinden. Om 10.00 uur wordt de boel langzaam maar zeker weggeruimd. We gaan terug naar onze kamer, er moeten weer een aantal mails de deur uit voor Rumah Saya en ik wil nog wat lezen. Ik ben begonnen in het boek ‘De njai’ van Reggi Baay. Een boek over de koloniale tijd waarin de njai, de concubine van Europeanen, centraal staat. Een bijzonder boek waarin de geschiedenis op een goed leesbare manier wordt neergezet onderbroken door persoonlijke verhalen. Een boek dat me raakt, dat ik het liefst in 1 keer zou uitlezen, dat laat zien wat het streven naar economische groei en macht met mensen heeft gedaan. 

Elise heeft de mails af en zoals we vaker doen, doe ik de laatste check. Ondertussen gaat zij naar de receptie om te vragen of ze een goede gids voor ons weten. Daar gaat Rosa, 1 van de medewerkers, mee aan de slag. Wij gaan nog weer even door op onze kamer tot alle mails zijn verstuurd en verhuizen dan naar de receptie. Daar praten we met Rosa over de mogelijkheden en vertellen over onze zoektocht. En dan zie ik ineens dat op het diploma van Edu niet Bandung maar Batavia staat. Huh, hoe zit dat nu weer? Hij heeft dus niet op de Hoogere Burgerschool in Bandung gezeten maar in Jakarta…. Maar hoe zit het dan met het huis aan de Doekoehlaan 18? Woonden ze dan toch in Jakarta en hadden ze misschien een extra huis in Bandung, in het koelere klimaat daar? Meer Europeanen hadden dat. Als we in Nederland zijn gaan we ook de PTT vragen, misschien hebben zij in hun archieven nog informatie over Antonius, de vader van Edu. Hij werkte in die tijd voor de PTT. Het maakt wel dat een bezoek aan de HBS minder belangrijk is. Dat komt goed uit, want als we het goed begrijpen heeft het oorspronkelijke gebouw een nieuwe bestemming. Het is maar de vraag of we daar toegang zouden krijgen.

Rosa belt voor ons naar het ITB (het voormalige Institut Teknologica) om te vragen of zij meer informatie hebben. Ze wordt doorverwezen en krijgt dan de naam van iemand die ons misschien kan helpen. Daar kunnen we morgen terecht. We spreken af dat we morgen om 10.00 uur bij de receptie staan en dan eerst met onze gids koffie drinken om een en ander nader toe te lichten. Dan kunnen we met hem een plan maken voor de dag. We willen in ieder geval naar het ITB en de Doekoehlaan en omgeving. Voor de rest weet hij misschien nog een aantal andere voor ons interessante locaties.

Rosa is zichtbaar geraakt door ons verhaal. Als we aangeven dat de mensen in de omgeving van Doekoehlaan 18 niet echt toeschietelijk waren en we dat lastig vinden omdat we niet weten wat daar is gebeurd knikt ze. En als we zeggen dat we weten dat er door de Nederlanders verschrikkelijke dingen zijn gedaan beaamt ze dat en verhardt haar blik een fractie van een seconde. 'Yes that's true', 'but (nu met een glimlach) that's history'. Kortom ook bij deze jonge vrouw is de oorlog verankerd, want ook met, en door haar voorouders zijn in die periode waarschijnlijk dingen gebeurd. En ook zij vindt dat we het niet kunnen veranderen, maar dat het wel belangrijk is dat we het weten en doorgeven. Ze is echt onder de indruk en wil ons heel graag helpen.

We hebben langer gepraat dan gedacht, het is al 15.30 uur en we hebben nog niet geluncht. We lopen door de Jalan Braga naar het restaurant Braga Permai waar we eerder aten. We eten heerlijk relaxt buiten onze late lunch: gebakken rijst met garnalen, kip en een gebakken ei en vruchtensap. Toe een cappuccino om te zorgen dat we in de benen blijven. 

We lopen een half uurtje naar het winkelcentrum Istana Plaza. Een modern complex waar we wat praktische boodschappen doen. Eigenlijk staat ons hoofd er niet naar. Dus even zitten met een cappuccino (wordt eentonig) en dan naar buiten. Met de taxi rijden we terug naar ons hotel. Als we daar om 18.30 aankomen gaan we niet meer weg. Echt geen moed, we bestellen via de roomservice een soort van gebakken boterhammen met pittige tonijnsalade en frietjes (eigenlijk te vet..) en een yoghurtdrankje. Roomservice, dat hebben zowel Elise als ik nog nooit eerder gedaan, voelt wel heel luxe. Hoewel in Jakarta kregen we ontbijt op bed! 

Elise komt bij met filmpjes, ik surf nog wat op Internet en maak het reisverslag en lees natuurlijk verder in ‘De njai’. 

Morgen een nieuwe dag, de laatste volle dag in Bandung. 

Foto’s