26 februari 2020 Van Bandung naar Surabaya

27 februari 2020 - Surabaya, Indonesië

Tsja, waar ik al rekening mee had gehouden omdat me dat altijd gebeurt op verre reizen is nu ook zo, heftige buikklachten. Elise is vooral misselijk. En zoals altijd zorgt loparamide er voor dat ik gewoon kan functioneren. Waar het van komt, geen idee. De warmte, te weinig slaap, het zoute eendenei bij de lunch, het drankje bij Braga Permai, het kan van alles zijn. 

Gelukkig hebben we goed geslapen. Dus op naar het ontbijt. We worden weer begroet door de vriendelijke bediende die inmiddels goed weet wat we willen. Nee vandaag geen roerei en ook geen koffie maar thee en toast. En nee hij kan echt niets voor ons doen, dank u wel het komt goed. Bij het afscheid, dit is ons laatste ontbijt hier, blijkt dat hij zelfs mijn voornaam weet. We maken nog wat foto’s in het hotel maar gaan niet meer naar buiten. Rustig aan vandaag, zorgen dat we snel opknappen.

Buiten waren nog een paar dingen die we hadden willen vastleggen zoals de 0 km paal. Die ligt schuin tegenover ons hotel. Toen de wegen werden aangelegd is besloten hier te beginnen met tellen en daarom begint de kilometerstand vanaf hier en niet vanuit Jakarta zoals je zou verwachten. We hadden ook nog wat foto’s willen maken van gebouwen rondom het hotel zoals Sociëteit Concordia en hotel Preanger. Dat doen we dus maar niet, we wachten op de taxi naar de luchthaven. 

Het is maar een klein stukje, door de files wat langer maar we zijn ruim op tijd op de luchthaven. Daar is het superstil. Onze bagage is gelukkig geen probleem. Officieel mag je maar 1 stuks handbagage van maximaal 7 kg en 20 bij 30 bij 40 cm meenemen. Daar voldoen ons rugzakjes ook aan. Maar we hebben allebei ook nog een andere tas met allerlei spullen en de camera. Geen probleem dus. Door de controle, help mijn laptop moet uit de rugzak. Het was vanochtend best wel even stressen om alles in die kleine rugzakkoffertjes te krijgen. Nu zit mijn donzen jasje erbij en dat is eigenlijk net te veel. Gelukkig krijg ik mijn laptop er redelijk makkelijk uit en met wat duwen en trekken ook weer in. 

We hangen wat rond bij de gate, slapen en lezen wat en ik ga verder met mijn Indonesische gehaakte kleedje. Geen koffie dus, alleen water, de ingewanden moeten tot rust komen. 

Netjes op tijd kunnen we aan boord. We zien Bandung tussen de bergen onder ons verdwijnen. Voor we het weten (we hebben geslapen) zien we de kustlijn en de ondergelopen velden in de omgeving van Surabaya. 

Uitstappen, door de hal, zoeken naar een bordje met onze naam erop. Als het goed is worden we opgehaald met een shuttle vanuit het hotel. Niet dus, alleen heel veel opdringerige taxichauffeurs en vervelende mannen die allerlei opmerkingen maken. Ze raken ons net niet aan. Als ik terugloop naar de hal word ik door de bewaking niet echt vriendelijk tegengehouden. Eenmaal buiten mag je hier niet meer naar binnen. Gelukkig wil 1 van hen ons helpen, hij verwijst ons naar terminal 1 daar zouden shuttles van de hotels moeten staan. Niet dus….. Gelukkig is er een informatiebalie, de dames daar gaan voor ons op zoek. En dan komt er iemand naar ons toe, de shuttle is getraceerd. Het blijkt dat wij de mevrouw met het bordje hebben gemist. Waarschijnlijk door de spanning van al die mannen, dat soort situaties zijn gewoon niet fijn. Niet dat ik bang ben, maar wel super alert op mijn spullen, mezelf en Elise. Tsja en dan mis je dus een bordje. 

De auto is fijn, de chauffeur vriendelijk. Hij brengt ons naar hotel Majapahit, het voormalige Oranjehotel. Een hotel met historie. Na de capitulatie van de Japanners wilden veel Indonesiërs, zeker de pemoeda’s (radicale jongeren), dat Indonesië onafhankelijk zou worden. In en om dit hotel is hevig gevochten. Toen de Nederlandse vlag op het hotel werd teruggeplaatst zijn Indonesiërs het dak opgeklommen en hebben zij de blauwe strook van de vlag gescheurd. In het hotel zijn daar nog foto’s van te zien. Veel Nederlanders en Indo’s vluchten terug naar de kampen. Hun oorspronkelijke Japanse bewakers werden nu hen beschermers. De Japanners hadden namelijk geweren, de pemoeda’s hadden alleen van bamboe gemaakte speren. 

Het is onvoorstelbaar dat in deze bizarre maanden Jacoba naar Singapore is gegaan om Edu op te halen. Hoe heeft zij als alleenstaande blanke Duitse weduwe die tocht kunnen maken? Hoe heeft ze Edu gevonden? Hoe waren ze er aan toe? En hoe hebben ze de tijd tussen de capitulatie van de Japanners en hun aankomst met de SS Nieuw Amsterdam op 20 december 1945 in Amsterdam doorstaan? En dat alles zonder afscheid te kunnen nemen van Antonius, hem achterlatend in een onbekend graf, hij was op 26 februari 1944 gestorven in Tjimahi. Berooid kwamen ze aan in Amsterdam, daar kregen ze wat kleding en een voorschot om de eerste tijd in Nederland te kunnen doorkomen. Vergis je niet, dat moest wel worden terugbetaald, zoals ook is te zien op het identiteitsbewijs van Edu. 

Het hotel, we hebben getwijfeld, het was een beetje te duur…. Maar het is waanzinnig, het is nog origineel, het glas in lood, de veranda’s, de tuinen, de meubels, de lampen, echt alles ademt de sfeer uit van de koloniale tijd. Met dat verschil dat het binnen koel is door de airco. De kamer is een sprookje, we wanen ons echt in de oude wereld, met goudkleurige kranen en schakelaars en uitzicht op de tuinen. Helaas zijn we nog steeds niet ok. Dus duiken we na het uitpakken de heerlijke bedden in om een paar uur bij te slapen. 

Als we wakker worden blijkt dat Dadang, onze volgende gids/chauffeur contact met ons heeft gezocht. Jan heeft ons met hem in contact gebracht. Morgen gaan we met hem naar Bromo, op de top van deze vulkaan gaan we de zonsopgang bekijken. We appen wat heen en weer en bellen met hem om afspraken te maken. Donderdagavond om 23.30 uur worden we opgehaald voor deze spannende trip. Warme kleding mee want het is daar koud. We zijn heel benieuwd.

Het is belangrijk dat we wat eten, lastig want we voelen ons nog niet top. In het restaurant delen we een clubsandwich zonder saus. Dat valt goed, we wagen het erop, we delen ook nog een bekroonde apfelstrudel. Geen koffie maar thee. En dan terug naar de kamer, douchen en naar bed. Hopelijk voelen we ons morgen beter. 

Foto’s