Tokyo, woensdag 6 april 2016

6 april 2016 - Tokyo, Japan

Vandaag staan we extra vroeg op. We gaan we weer met zijn vieren op pad. De eerste stop is de training van sumoworstelaars. Gisteravond hebben we opgezocht waar het is. Vanaf 7.30 uur kun je ze zien. Omdat het heel druk kan zijn besluiten we vroeg te gaan. Dat betekent 6.00 uur opstaan, snel douchen, yoghurt eten en met de metro naar de training.

Eenmaal aangekomen staan er al diverse mensen te kijken voor het raam van de trainingsruimte. We mogen niet naar binnen maar worden door middel van een aaneen geketende rij fietsen op gepaste afstand van de ramen gehouden. Ondanks de schittering van het glas hebben we goed zicht op de worstelaars. Jonge mannen van meer of nog meer omvang. Met ingetapete tenen, voeten en/of enkels. Op de vloer een cirkel met grof antracietkleurig zand. De start, waarbij steeds 2 worstelaars elkaar proberen de ring uit te duwen, blijkt rustig. Naarmate de training vordert worden de gevechten intenser, de voorbereiding met het typische beurtelings opheffen van de benen vanuit een brede squat houding imponerender en de klappen van het tegen elkaar aanstoten heftiger. Het levert een enkele keer een pijnlijk vertrokken gezicht en een bloedneus op en bij sommigen veel zweet, maar meestal blijven de gezichten stoïcijns. In de pauze wordt de vloer aangeveegd, wat zout gestrooid (een reinigingsritueel tegen kwade energie/geesten) en een slokje water genomen. Het idee dat deze jonge mannen ervoor kiezen hun lijf ten dienste te stellen van deze voor ons westerlingen vreemde sport is onbegrijpelijk. Zeker in een land als Japan waar het merendeel van de mensen klein en tenger is, levert de omvang van een sumoworstelaar allerlei praktische en waarschijnlijk ook sociale problemen op. Daarnaast is de kans dat ze oud worden heel klein, de levensverwachting ligt zo’n 20 jaar lager dan het gemiddelde.

Met de metro richting de vismarkt. We krijgen trek, eerst ontbijt. Dat doen we bij Denny’s. Lekker gebakken eitje, plakje bacon, broodje en natuurlijk cappuccino. Eén van onze reisgenoten kiest voor echt Japans, diverse gerechten met rijst en zeewier en wat ondefinieerbare zaken zoals iets in de vorm van heel lange dunne draden (doet ons denken aan de draden van de cocon van de zijderups). Voldaan stappen we de zon in richting de vismarkt. Het is vandaag fantastisch weer, het zachte groen van de Japanse esdoorns en andere bomen, samen met het wit en lichtroze van de kersenbloesems en de nieuwe rode punten van de groene heggen, maakt het allemaal nog plezieriger. Bij de vismarkt aangekomen blijkt dat er zo maar ineens is besloten tot een vrije dag. Het bezoekersgedeelte is gesloten. Natuurlijk is het heel jammer, een tweede kans krijgen we deze reis niet meer, maar we laten onze dag niet verpesten. We gaan gewoon verder met onze ontdekkingsreis.

We lopen wat door de wijk en belanden in een straatje onder de trein met allemaal eethuisjes. Daar zien we een sushi restaurant waar het al lekker vol zit. Hoewel het nog vroeg is besluiten we onze kans te pakken. Nu kunnen we nog met zijn vieren aan de bar zitten, straks is het waarschijnlijk overal vol. Een nieuwe ervaring, een drukte van belang waarin de obers en de koks elkaar steeds de bestellingen toeroepen, grappen maken en er onderhand voor zorgen dat alles soepel en efficiënt loopt. We bestellen bier, koude groene thee en elk een bordje met verschillende soorten sushi. We krijgen er een kommetje misosoep, een bakje sla en een klein eiergerecht met champignon, lenteui en vis bij. Het eten met stokjes gaat ons steeds beter af. Blij dat we thuis 2 keer (!) hebben geoefend, de kramp in de vingers wordt minder en we krijgen het eten met enige moeite ook redelijk snel naar binnen gewerkt. Het is opnieuw genieten. Grote hilariteit als we een foto van de kok maken. Zijn collega’s roepen het hem toe en voor we het in de gaten hebben poseert hij met een grote grijns en de bekende twee vingers in de lucht. We zijn heerlijk ontspannen door het eten, het lachen, en de positieve aandacht ondanks alle fouten die we maken in deze cultuur. Een voorbeeld daarvan is de omgang met geld. Het is de bedoeling dat je papiergeld en creditcards met 2 handen aanreikt en aanpakt. Dat blijkt moeilijk in ons systeem te krijgen. Het links aanhouden op roltrappen in de metro hebben we gelukkig inmiddels wel onder de knie. Alles draait hier om respect, het ten alle tijden voorkomen dat je mensen lastig valt in combinatie met ultieme perfectie en esthetiek. Voor Japanners moet een bezoek aan het westen een crime zijn.

Al wandelend komen we langs een modelbouwwinkel. En tsja daar moeten we in, want naast treintjes en huisjes zie ik de eerste Japanse papercraft. Binnen blijkt het om gestanste huisjes en andere attributen te gaan voor de modelbouwspoorlijnen. Maar als ik vraag om manga papercraft is dat er ook. Helaas voorgestanst en mede daardoor peperduur. Ik laat me verleiden tot een ieniemienie bouwpakketje met een huisje en manga figuurtje voor 2.600 yen (zo’n € 22).

Perfectie en esthetiek zien we ook heel duidelijk in Ginza, een wijk met exclusieve winkels en bijbehorend publiek. Tot onze verrassing staan we ineens voor het Kabuki theater. Dat komt goed uit, kunnen we even voor verkennen en onze tickets ophalen. Bij het Kabuki theater zien we meerdere traditioneel geklede Japanse vrouwen. Japanse vrouwen (jong en oud) zien het theater, maar ook de luxe warenhuizen en de parken als de gelegenheid zich traditioneel te kleden. Dat zie ik in Nederland niet gebeuren. De oorijzers uit Zeeland en de Staphorster stiptechniek verwacht ik niet in de Stokstraat in Maastricht of de P.C. Hooftstraat in Amsterdam.

In de wijk staan meer en minder bekende grote warenhuizen met zo’n 8 verdiepingen. We gaan een warenhuis in en met de roltrappen naar de 7e verdieping. Daar vinden we huishoudelijke artikelen en leuker nog, een afdeling waar allerlei etenswaren verkocht worden die je ook kunt proeven. Het heeft in de verte iets van de huishoudbeurs maar dan wel met alle kenmerken van de Japanse cultuur. Dus kleine hapjes, geen gedrang, netjes op je beurt wachten en vriendelijk lachen. Alles is hier tot in de puntjes verzorgd. Simpele zaken als een steentje om je eetstokjes op te leggen hebben een bijzondere schoonheid en helaas ook een daarbij behorende prijs. Alleen kijken dus………

Omdat we vanavond naar het Kabuki theater gaan hebben we niet veel tijd meer. We besluiten die tijd te besteden aan het Ueno park. Eenmaal daar aangekomen blijkt het megadruk te zijn. Duizenden Japanners (en toeristen) genieten van de bloesembomen rond een grote vijver. Ze praten, lachen, slenteren, picknicken en maken talloze foto’s van elkaar en de bloeiende bomen. Aan de rand van de grote vijver staat een ‘paradijsvogel’. Met zijn haar in verschillende kleuren, zijn lach en idiote muziekinstrument en de aan het publiek uitgedeelde toetertjes weet hij een flink publiek te boeien. We verstaan er natuurlijk niets van maar genieten des te meer van de reacties van de Japanners en de niet taalgebonden humor met de toetertjes. We gruwen net als veel Japanners van de slotscene van zijn act, het moment waarop hij een soort van christmas crackers in zijn mond laat exploderen en eindigt met het stuktrekken van een flink geschud blikje bier. Het is tijd om terug te gaan naar het hotel. Daar hebben we nog een half uur om ons op te frissen voordat we vertrekken naar het Kabuki theater.

Bij het Kabuki theater aangekomen gaan we eerst naar het museum. Dat ligt op de 5e verdieping van het in het aan het theater grenzende gebouw. Daar zijn ook winkels en restaurantjes gevestigd. Het blijkt een soort van expositie van in het Kabuki theater gebruikte attributen zoals dierenkostuums, instrumenten die geluiden imiteren (regen, wind etc.), kimono’s en andere kleding. De video’s zijn helaas in het Japans. We zullen zelf moeten uitvinden hoe het theater nu precies werkt. Door naar de voorstelling, waar het eerste verhaal om 16.45 uur start. Kabuki theater is traditioneel theater, ontstaan in een tijd dat alleen mannen acteerden. De vrouwenrollen worden in deze vorm van theater ook door mannen gespeeld en alles (de grime, kleding, beweging etc.) heeft een betekenis. De verhalen zijn oud, de bewegingen traditioneel en ons westerlingen onbekend. Om iets te kunnen begrijpen van het spel huren we een kastje met ondertiteling. Daarmee kunnen we in ieder geval het verhaal volgen. De bijbehorende mimiek, symboliek en ander onderliggende zaken gaan hoe dan ook aan ons voorbij. Het spel is traag, het doet me (zonder respectloos te willen zijn) een beetje denken aan Jan Klaassen en Katrijn. Met name door de primitieve decors, de traagheid van het spel en de wat overdreven manier van acteren. De vermoeidheid speelt ons ook parten. En ondanks dat het ons echt boeit hebben we razende moeite onze ogen open te halen. Ik val door de mand als ik mijn ondertiteling op de grond laat vallen….. schande….. opnieuw gezakt voor het examen ‘Hoe gedraag ik mij in Japan’. Als het verhaal na diverse gevechten, een moord en andere nare zaken toch nog goed afgelopen is mogen we even de benen strekken. Tot onze grote schrik maar 35 minuten. Het eerste verhaal duurde ongeveer 1 uur en 1 kwartier, het verhaal na de pauze 2 uur en 20 minuten. Ik hoop echt dat we dat volhouden. We zoeken onze reisgenoten op en lopen wat heen en weer. Omdat er geen tijd is om te eten scoren we een wafel in de vorm van een vis gevuld met chocola en een ondefinieerbare roze en witte bal. Niet echt bijzonder maar hopelijk genoeg om de voorstelling uit te zitten. Voor de zekerheid koop ik ook een door de reisleider aangeprezen energiedrankje. Of het allemaal genoeg is om ons wakker te houden…….

Vlak voor het tweede verhaal begint raak ik Ed kwijt. Als ik eenmaal zit en de deuren al dicht zijn komt hij binnen, hij was naar mij op zoek. Het leverde hem een reprimande van een vrouwelijke suppoost op. Als het begint gaan de lichten uit, een extra uitdaging. Maar dit verhaal is duidelijk spannender. Het gaat over geesten, er is muziek en dans, de verlichting doet mee. Kortom meer reuring. Op de helft zak ik toch weer weg maar dan wordt het echt interessant. Als één van de hoofdpersonen na 50 jaar herenigd wordt met zijn geliefde voel ik net als de Japanners echt met hem mee. Het einde is Japans efficiënt. Er wordt kort geklapt, de mensen zijn binnen no time de zaal en het gebouw uit. Na het inleveren van de kastjes voor de ondertiteling en een sanitaire stop zijn wij zo’n beetje de laatste die het gebouw verlaten.

Tijd om wat te eten. We besluiten richting het hotel te gaan en daar in de buurt wat te zoeken. Daar lopen we onze reisleider en een aantal groepsleden tegen het lijf. Zij hebben net heel goed gegeten en dat betekent dat wij niet verder hoeven te zoeken. In hetzelfde tentje bestellen we een gerecht uit de oven, deegkussentjes gevuld met varkensvlees, lenteuitjes en heel veel knoflook. We hebben geen ideel hoeveel een portie is. De slecht Engels sprekende (heel aardige) serveersters komen er ook niet uit. 1 portie lijkt te weinig en 4 te veel en ze blijven ons maar een visgerecht aanprijzen. Al met al wordt het steeds hilarischer. Als na zo’n 10 minuten ook een tafel met jonge Japanners in een deuk ligt van het lachen hakken we de knoop door: 2 porties en geen vis. Achteraf blijkt dat de groep voor ons ook vis heeft gehad. Waarschijnlijk dachten ze dat wij hetzelfde wilden. Om er zeker van te zijn dat de bestelling ok is komen ze nog zeker 3 keer terug om te vragen hoeveel porties we willen en of we echt geen vis willen bestellen. Want stel dat de bestelling verkeerd is opgenomen, dat zou een schande zijn……

Het eten is echt heerlijk, wel ontzettend heet. Als je denkt dat je een hap kan nemen verbrand je nog je mond aan de vulling. Het is mooi geweest, we zijn redelijk uitgeput en nee we willen echt geen vis. We gaan terug naar het hotel. Daar moeten de koffers weer ingepakt. Morgen vertrekken we met de bus naar Matsumoto. Om 00.30 uur gaat het licht uit. Dat wordt weer een korte nacht. 

Foto’s