Van Tokyo naar Matsumoto, donderdag 7 april 2016

7 april 2016 - Matsumoto, Japan

Vandaag verlaten we Tokyo. We gaan met de bus naar Matsumoto. Als we om 7.00 uur opstaan regent het. We ontbijten in het bekende koffietentje, checken uit en hup de bus in. Helaas regen, regen en nog eens regen. Ook tijdens de busrit wordt het er niet beter op. Een troosteloos landschap en daarmee tijd om ons reisverslag bij te werken.

Tijdens de koffiestop vergapen we ons aan verschillende soorten patisserie. Zelfs de superschattige snoepeendjes moeten voldoen aan de Japanse normen voor perfectie en schoonheid. Het damestoilet is opnieuw een belevenis. Natuurlijk weer van alle gemakken voorzien met in de hoek een soort van kinderstoeltje waar je even je kind in kunt stallen. Heel praktisch, ik kan me nog herinneren hoe ik stond te stuntelen, vooral om te voorkomen dat zoon- of dochterlief met de handen aan de wcpot zou komen. Er wordt in Japan echt aan alles gedacht.

Het blijft plenzen. Ik let niet op en sta midden in een plas. Mijn schoenen reageren als een spons en absorberen vanaf dat moment elke druppel regen. Maar we blijven vrolijk en rijden na de benodigde cafeïne door naar onze volgende stop, een wasabi-boerderij. Het lijkt wel of het hier nog harder regent. Gelukkig hebben we onze paraplu’s bij ons, we laten ons niet afschrikken en wandelen langs de akkers. Die liggen langs een riviertje met een oude watermolen. In de aangrenzende vijver zien we enorme koikarpers. Ze denken dat ze wat krijgen, helaas, we hebben niks bij ons.

Wasabi heeft veel en schoon water nodig om te groeien. Het wordt in rijen geplant met tussen de rijen geultjes stromend helder water. Op de route tussen en over de akkers komen we diverse uitingen van de shinto-religie tegen. De shimenawa (een tussen bomen of pijlers van een torii bevestigd strooien koord met papiertjes dat de grens van het gebied van de hier wonende kami (belangrijke voorouder/beschermer) aangeeft). Een waterbron met de mogelijkheid je handen en mond te reinigen en ook hier weer Jizo, de beschermer van het ongeboren kind. Het is echt jammer dat het zo plenst. Het landschap is schitterend net als het uitzicht op de omringende bergen. Dat gaat nu schuil in de mist. Bij goed weer is het hier zeker genieten. In het informatiecentrum dat meer een winkel blijkt te zijn worden allerlei produkten waarin wasabi is verwerkt verkocht. Kruiden, sauzen maar ook chocola, zoutjes en zelfs bier. Buiten zijn wasabi-ijs en kroketten te koop. We proeven van alles (de nootjes zijn echt superlekker!) en kopen een busje wasabi-kruiden. Buiten proberen we een aardappelkroket met wasabi. De kroket is prima, de smaak wat flauw en de wasabi vaag aanwezig. De vleeskroket van onze medereizigers heeft meer smaak maar ook daar is de wasabi nauwelijks te proeven en dat geldt, horen we, ook voor het groene wasabi-ijs. Geen terrasweer dus terug naar de bus voor het laatste stuk naar Matsumoto.

Als we daar rond twee uur ’s middags aankomen checken we in in het hotel en gaan weer met zijn vieren op pad richting de Karasu-Jo, het ‘kraaienkasteel’ (zo genoemd vanwege de zwarte kleur). Eerst wat eten. Alle eettentjes zijn dicht, dat wordt dus Mac Donalds. Daar wilden we toch een keer naar binnen om te zien of de kaart hier anders is. Helaas is dat niet het geval, het eten is duur en minder lekker. Dat kan ook komen omdat er nauwelijks bezoekers zijn, alleen wat mensen met een kop koffie of thee. Maakt niet uit we hebben wat binnen en kunnen verder.

Het schiet niet hard op, we worden afgeleid door een tweetal bijzondere winkels. Eerst komen we langs een winkel met Japanse brocante. Bomvol, van alles door elkaar met sterk wisselende prijzen van redelijk betaalbaar tot duizenden euro’s. Of er ook antiek bij zit kunnen we zo snel niet zien. Wel echt hele interessante Japanse en deels westerse oude spullen. Te onhandig en te duur, maar kijken blijft natuurlijk leuk. De tweede winkel is volgestouwd met oude boeken. Voor de schappen een opstapeling van oude prenten die we voorzichtig doorkijken. Hoewel ze er een beetje als oud vuil bij liggen zijn de prijzen behoorlijk, dus toch maar niet.

De tijd loopt als zand tussen onze vingers door, het is nu echt tijd voor het kasteel. Het kasteel is omgeven door water dat weer omzoomd is met kersenbomen. We boffen echt met het moment, juist deze dagen is de kersenbloesem net als in Tokyo op zijn hoogtepunt. We kunnen de ingang  van het kasteel niet gelijk vinden en lopen om de vijver. Eindelijk de ingang, het blijkt dat we die door onze belangstelling voor het kasteel en de bloesem aan het begin voorbij gelopen zijn. We zijn echt net op tijd en krijgen korting omdat het achterliggende museum al dicht is. Als we een kwartier later waren geweest hadden we er niet meer in gemogen. Pfffff, dat was weer op het nippertje.

Schoenen uit en op de sokken verder. Het kasteel is kortweg imponerend door de kleur, de enorme balken die met pen/gat verbindingen in elkaar grijpen. De zes verschillende etages zijn door inwendige trappen verbonden. We verbazen ons over de treehoogte, die is zelfs voor ons westerlingen behoorlijk. Het idee dat de kleine krijgers hier met volle bepakking rondholden is bizar. Aan de andere kant als wij haast hebben pakken we twee treden tegelijk, misschien is dat het wel. Redenerend vanuit de vestingfunctie van het kasteel kunnen de hoge treden ook bedoeld zijn als extra belemmering voor de vijand. Het is vanwege de hoge treden bijna onmogelijk met losse handen de trap op te gaan waardoor wapens op dat moment onbruikbaar zijn. Wie weet hoe het zit mag het zeggen! De plafonds verschillen in hoogte maar zijn meestal laag, alleen de kamer van de hoogste in rang in het midden van de 5e etage is hoger. In het kasteel zijn diverse bouwstenen (balken, reliëfstukken) maar vooral veel wapens tentoongesteld. We zien de allereerste geweren en kogels maar ook messen en een soort van harnas. Het harnas is opgebouwd uit leer en daar waar het beweeglijk moet zijn zijn ijzeren ringetjes zoals bij een maliënkolder verwerkt. Het is stoer en imponerend door de vorm, het materiaal en de kleur. Tegelijkertijd vind ik het veel verfijnder dan de harnassen die in het westen werden gebruikt.

Terug naar beneden, achter ons worden de luiken van het kasteel gesloten. We zijn echt de laatste bezoekers vandaag. We lopen nog wat over het terrein, daar worden voorbereidingen getroffen voor een feestavond. Wat precies blijft onduidelijk, misschien gaan we vanavond nog wel even terug. Maar eerst op zoek naar koffie en bier.

Als we langs een leuk uitziend restaurant lopen kijken we even binnen. Het blijkt echt Japans met aparte kamertjes met rieten rolgordijntjes ervoor. Het is net open maar voor ons net te vroeg vanwege de late lunch. Als wordt gevraagd of we willen reserveren doen we dat, mogelijk is er anders straks geen plaats. Ik maak me wel een beetje zorgen over de kosten, het ziet er behoorlijk duur uit en de yens vliegen ons al uit de zakken…..

Eerst maar koffie (ik natuurlijk) en een biertje (Ed). We maken weer een fout door zelf cappucino te pakken omdat er niemand komt. Dan blijkt dat er een belletje op de tafel ligt. We hadden de bediening moeten bellen. Help, de ober is echt een beetje uit zijn doen. Hoe lost hij dat nu op. Wij doen duizend excuses en geven aan dat hij het gewoon op de rekening moet zetten. Een brede glimlach als dank. We leren het echt nooit. We zijn natuurlijk ook veel te luidruchtig maar wel reuze gezellig. De tussenstop in het hotel slaan we maar over, geen tijd meer, dus gelijk terug naar het restaurant.

Ons ‘kamertje’ is al klaar, de tafel is gedekt en er is een Engelstalige kaart. Hoera! Heel veel keuze, met soms bizarre vertalingen dus behoorlijk gepuzzel. Het komt helemaal goed, we bestellen vier gerechten (gegrilde kip, zwaardvis, tempurah en gestoofd varkensvlees) met ieder een kommetje rijst. We starten met bier (Ed) en jasmijnthee (ik). Daar krijgen we zoals gebruikelijk wat kleine hapjes bij. Die zijn hier wel heel bijzonder. Drie op elkaar gestapelde vierkante bakjes bevatten (excuus voor de respectloze beschrijving) groene groente met schelpdiertjes, een tofu gerechtje en een gelatine blokje met kogelvis. Die laatste zagen we niet aankomen. Kogelvis is een delicatesse die alleen door gecertificeerde koks mag worden klaargemaakt. De vis bevat namelijk gif dat als de vis niet goed wordt aangesneden wordt verspreid in het vlees. En er is maar een minimale hoeveelheid gif nodig om dood te gaan. Jaarlijks overlijden er nog diverse mensen aan het eten van kogelvis. Ons wordt verzekerd dat we geen angst hoeven hebben. Dus eten maar. Het zijn echt hele kleine hapjes, de smaak is waanzinnig. Dat geldt ook voor onze bestelde gerechten. De hoeveelheden zijn klein. Elk gerecht kan net aan verdeeld worden over vier personen (bijvoorbeeld 1-2 stukjes kip per persoon). Het is allemaal zo lekker dat het moeilijk is te kiezen wat nu het lekkerst is. De vis en kip zijn de toppers. Als het op is hebben we nog ruimte. We besluiten een Japans toetje te bestellen en kiezen voor een mix van vers fruit met stukjes kokospudding en een wat zoete donkerbruine gelatine (koffiegelatine?) en een karamelpudding met mangosaus die qua structuur veel weg had van crème karamel. Mmmmmmmmmm, heerlijk. En dan nu de rekening, die valt alles mee, inclusief drank (en dat is in Japan duur) zijn we met zijn tweeën zo’n 5.000 yen kwijt (ruim € 40). Kom daar in Nederland maar eens om met deze kwaliteit en bediening.

En dan de laatste stop, nog even naar het verlichte kasteel. Op de weg er naar toe zijn ook de bloesembomen verlicht. Maar oeps wat is dat, als wij er langs lopen gaan de lichten uit. Eenmaal bij het kasteel aangekomen kunnen we het kasteel nog net in de schijnwerpers zien, de overige lichten zijn al uit. Stipt 22.00 uur gaat de schakelaar om en is ook het kasteel donker. Opnieuw waren we net (niet) op tijd, een beetje het thema van deze reis lijkt het.

Het is mooi geweest, de voeten doen zeer, we zijn moe van de vele indrukken en het lopen. Tijd om naar het hotel te gaan en wat reisverslagen en foto’s te posten.

Foto’s