Van Takayama naar Kyoto, zaterdag 9 april 2016

9 april 2016 - Kyoto, Japan

We gaan weer op reis vandaag. De ochtend besteden we in Takayama en daarna met de gewone trein en de Shinkansen naar Kyoto. Maar eerst het gebruikelijke ritueel, 7.30 uur op, douchen en op zoek naar ontbijt. Het is nog uitgestorven, alle winkels zijn dicht, hier en daar is een restaurantje open. Het is echt zoeken. Het weer is heerlijk en als we een rondje in het zonnetje gelopen hebben vinden we vlakbij het hotel een klein restaurantje met kleine stoeltjes en tafeltjes en veel westerse art deco. Hier serveren ze toast met jam en boter en behoorlijke koffie. Het is nog opschieten want we hebben om 9.00 uur afgesproken in het hotel.

Komt goed, net 5 minuutjes te laat. Niet erg, met zijn vieren gelijk door naar de ochtendmarkt. Die ligt op loopafstand langs de rivier de Miyagawa. Onderweg zien we een jeugd honkbaltraining. Deze in 1873 door de Amerikanen geïntroduceerde sport is enorm populair in Japan, het niveau is dan ook hoog. Door naar de rivier, daar langs ligt de ochtendmarkt. Aan de rivierkant kraampjes en aan de andere kant winkeltjes. In de kramen en de winkels worden allerlei handgemaakte souvenirs gemaakt (poppetjes in verschillende kleuren die geluk brengen, sieraden, aardewerk etc.), bonsaiboompjes en vooral veel eten (zoet en hartig, voor elk wat wils). Het is heerlijk wandelen in de zon, het is nog niet druk en de markt is in tegenstelling tot andere landen netjes en schoon. De gelukspoppetjes zijn er in verschillende kleuren die elk voor een andere wens staan, geel staat bijvoorbeeld voor geld, rood voor familie en groen voor geluk en gezondheid. Ik koop twee hele kleintjes voor aan mijn tas omdat ze leuk zijn en wie weet brengen ze ‘good fortune’. Baadt het niet, dan schaadt het ook niet. Natuurlijk verbazen we ons ook weer over sommige etenswaren. Bij een van de winkels is inktvis uitgestald. Het varieert van een zak met donkerrode inktvisjes van zo’n 2-3 cm met hele kleine lichtblauwe oogjes tot platgeslagen kanjers van circa 40 cm. Wij besluiten de inktvissen te laten voor wat ze zijn en gaan lekker aan de koffie in een tentje waar ze huisgemaakte scones verkopen. Niet echt Japans maar wel super lekker met jam en slagroom. Gezien het aantal kilometers wat we per dag lopen moet dat kunnen.

We hebben nog tijd over voor een wandeling die via oude huizen en een park naar de top van een heuvel leidt. We bezoeken eerst 1 van de oude huizen. Boven de voordeur van dit huis hangt een grote strooien bal. Deze bal is het teken dat hier sake gemaakt of verkocht werd. Eenmaal in het huis moeten natuurlijk de schoenen uit, de mevrouw bij de ingang waakt ervoor dat iedereen dat ook doet. Zo niet wordt je streng toegesproken en teruggewezen. Als je naar het toilet wilt staan er bij de ingang plastic slippertjes. Je wordt geacht die aan te doen als je het toilet ingaat en ze daar ook weer achter te laten (zodanig dat de volgende er zo in kan stappen). De reden waarom zal duidelijk zijn, op je blote voeten of sokken een openbaar toilet inlopen is meestal niet echt een pretje. Hoewel de toiletten in Japan meestal behoorlijk schoon zijn.

We verbazen ons over de grootte van het huis. Het heeft veel kamers met verschillende functies en natuurlijk een inpandige zen-tuin. Er straalt een enorme rust vanuit, door het zicht op de tuin, de tatami-matten, de papieren wanden, de leegte met hier en daar een accent in de vorm van een (vergulde) schildering. Het houtskelet van de huizen is fors maar zeker niet grof. De zorgvuldigheid en precisie waarmee de balken verbonden zijn, de gebogen daken en de details maken het tot een sereen, elegant geheel.

We wandelen verder en komen uit bij de plek waar een aantal praalwagens tentoongesteld zijn. Twee keer per jaar, in april en in oktober, worden deze enorme wagens uit de stallingen gehaald en als onderdeel van een processie door de straten gereden. Helaas zijn we net een week te vroeg voor dit festival. De wagens zijn niet goed te beschrijven. Het zijn enorme rijk versierde gevaartes met veel houtsnijwerk en bladgoud. Door middel van een video krijgen we een goed beeld van het festival, van de voorbereiding tot het afronden inclusief de daarbij behorende rituelen.

De meeste wagens hebben wielen, 1 moet worden gedragen. Daar zijn 8 mannen van gelijke grootte voor nodig. Helaas hebben zich de afgelopen jaren onvoldoende vrijwilligers van gelijke grootte aangemeld, waardoor er is gekozen voor een kleinere replica. De grote wagen doet al jaren niet meer mee. In de bij dit complex behorende expositieruimte is te zien hoe de versieringen worden gemaakt en hoe het mechanische systeem werkt om de wagens te draaien. Klein wiel laten zakken, grote wielen omhoog en draaien maar op het kleine wiel. Slim systeem!

Naar buiten, daar zien we een automaat waar je voor 100 yen een inzicht kunt krijgen. Het doet ons denken aan de automaten met de aapjes van vroeger. Een geisha gaat naar binnen, haalt een briefje op, komt weer naar buiten en laat het briefje in een bakje vallen. Nu nog iemand zoeken die het kan vertalen. Dat lukt, sterker nog er worden behoorlijke inspanningen gedaan om mij te vertellen wat er staat. Het is in ieder geval goed nieuws, dus niet nodig het briefje aan een boom te hangen. Business is waiting (komt goed) en studie gaat ook goed (toch die textielopleiding gaan doen?). Wordt nog spannend na de vakantie.

Verder omhoog langs bloesembomen hebben we goed zicht op Takayama aan de ene kant en besneeuwde bergen aan de andere. Bij het begin van dit park staat een blik met een stok erop. Geen idee waar het voor is, misschien om de beren te verjagen. Daar worden we via bordjes voor gewaarschuwd.

De tijd begint te dringen, wordt het een bento voor in de trein (een box met allerlei hapjes) of toch even zitten. We kiezen voor het laatste, we zijn net wat eerder terug bij de rivier dan verwacht. Na een heerlijke kop soep snel yoghurt gekocht voor in de trein en dan door naar onze groep in het hotel.

Mooi op tijd lopen we met de groep naar het treinstation. Heerlijk, gereserveerde plaatsen, ruime stoelen, grote ramen. Helaas alleen warm (net als in de metro, bus, hotels etc. etc.). Het lukt me niet het reisverslag te maken, te moe. Sterker nog het lukt zelfs niet om 2,5 uur wakker te blijven. Ik geef het op, even oogjes toe. Als het tijd is om over te stappen op de Shinkansen zijn we een beetje gaar. De Shinkansen maakt ons wel wakker, wat een trein, wat een neus, wat een lengte (honderden meters)! Er is genoeg tijd om over te stappen en toch wordt het spannend. Want zoals eerder gezegd hij gaat geen seconde te laat weg. Dus als je buiten staat op het moment dat het zover is gaan de deuren gewoon dicht. Omdat de boel stagneert (niet iedereen loopt door) gaat het bijna mis. Pfffff gelukkig is net op tijd ook de reisleider binnen, niet onbelangrijk toch?

Ed zet een app aan waarmee we de snelheid kunnen meten. Bij ruim 286 km per uur geeft die het op, de trein gaat te snel. Onvoorstelbaar, binnen merk je er helemaal niks van. Tegen 18.00 uur komen we aan in Kyoto, het hotel ligt bij het station, snel inchecken want we hebben trek.

Daarvoor hoeven we niet ver weg, in het station en net daar buiten is genoeg te vinden. Er is ook genoeg te zien te beginnen met een waterorgel net buiten het station. Daar worden we vrolijk van. We duiken met zijn vieren een klein straatje in met allemaal kleine restaurantjes. De meeste hebben tussen de 5 en 10 barkrukken, je zit met je rug tegen de schuifdeuren aan en achter en onder de bar worden hapjes gemaakt. We schuiven (met moeite) zo’n barrestaurantje binnen waar op 1 barkruk een Japanner zit en er vier krukken leeg zijn. Achter de bar een heel vriendelijke dame. Bij het bier en de thee krijgen we weer lekkere hapjes. Op de bar staat het eten wat hier te koop is. Als er nog een Japanner bijkomt (de eerste Japanner schuift achter de bar) wordt het pas echt gezellig. We denken een digitale menukaart voorgeschoten te krijgen dat blijkt een karaokeapparaat. Gaan we het doen of niet…… Kom op kan ons het schelen we doen het, pakken de microfoon aan en kiezen Yesterday van de Beatles. Lekker mee blèren, dolle pret. Het wordt van kwaad tot erger, ook de Japanner gaat zingen (stukken beter dan wij), we bestellen sake en hebben dolle pret. Als ze vragen waar we vandaan komen en ze geen idee hebben wat we bedoelen zeggen we Anton Geesink. En dan valt het kwartje, het verdriet van deze wereldtitel zit de Japanners nog steeds dwars. We zingen vrolijk door, waarbij de Japanner naast mij wel erg aanhankelijk wordt. Hij wordt door de bardame dan ook terecht gewezen. We lachen er maar wat om, de sake is in de man, er zit geen kwaad bij. Onderhand happen we lekker door: gefrituurde yakatori (garnaal, aardappel, ei), heerlijke vis (wel lastig eten met stokjes gezien de graten) en salade met glasmie. Tot mijn schande valt er een eitje van mijn yakitori. Weer gezakt voor het examen hoe gedraag ik mij in Japan…… Er wordt door de Japanners ook hartelijk gelachen om mijn gestuntel wat het er natuurlijk niet beter op maakt. Aan het einde van deze vakantie heb ik het vast en zeker onder de knie.  

Het was een geweldige dag met een superafsluiting. Tijd om af te rekenen, nog een tussenstop met koffie op het station en dan terug naar het hotel. Pfffff wat een dag. 

Foto’s