Van Kyoto naar Koya-san, woensdag 13 april 2016

13 april 2016 - Koya-san, Japan

We laten de grote steden achter ons en gaan op zoek naar rust in Koya-san. Daar slapen we een nacht in een boeddhistenklooster. Onze bagage wordt weer gesplitst, we nemen voor 2 dagen mee, de rest wordt direct doorgestuurd naar Hiroshima. De reis op zich is bijzonder, we gaan met 5 verschillende vervoersdiensten, twee keer trein, metro, kabelbaan en bus.

Om zoveel mogelijk in Kyosan te kunnen zien staan we om 6.30 op. Douchen, een bakje yoghurt en om 8.00 uur verzamelen. Met de groep naar het station voor de eerste trein naar Shin-Osaka, dan de metro naar station Namba, de tweede trein naar Gokurakubashi, aansluitend de kabelbaan naar Koya-san waar we het laatste stuk naar het klooster afleggen met de bus. In de treinen heb ik gelukkig wat tijd voor dit reisverslag. Tegelijkertijd is de rit ook heel mooi, dus echt vlotten doet het niet. De kabelbaan is een beleving op zich. Het is een soort van trein bestaande uit 1 schuine wagon. In het midden, tussen de bankjes een behoorlijk steile trap waarvan de treden net niet horizontaal lopen. Waarschijnlijk om te voorkomen dat je naar beneden valt, je helt bij het lopen namelijk net de andere kant op. Echt handig is het niet, wat oudere Japanse dames hebben er behoorlijk wat moeite mee. We gaan behoorlijk steil omhoog, het enkelspoor splitst op de helft een klein stukje in dubbelspoor zodat de dalende en de stijgende cabine elkaar precies op het goede moment passeren. De aansluitingen van trein, ‘cable car’ en bus zijn weer perfect op elkaar afgestemd. Hoe kan het ook anders in dit land.

In het klooster krijgen we een traditionele kamer met papieren wanden. We slapen op de grond op de tatami-matten. De kamers zijn best ruim met een klein voorportaaltje waar je je koffer kan laten staan. Je schoenen laat je achter bij de ingang, daar stap je over op slippers. Die zijn echter zo glad dat ik al snel op mijn sokken door het complex loop. Met name de trap naar de kamers is vragen om ongelukken met slippers. Geen eigen douche maar wel een gezamenlijke badkamer waar je jezelf zittend op een krukje goed wast tot je echt helemaal schoon bent. En dan mag je in een heerlijk warm bad. Dat ga ik zeker doen vandaag. Het is door de papieren wanden heel gehorig, tegelijkertijd is de rust in het klooster maar ook daarbuiten te voelen. Even geen mensenmenigte, neonlampen en andere gekkigheid.

Tijd voor een stevige wandeling met hopelijk ergens koffie. Ondanks dat er veel dicht is vinden we redelijk snel een tentje waar we wat kunnen eten en ze zowaar lekkere cappuccino hebben. We zijn net aan het smullen van onze tosti’s als de reisleider binnenkomt. Die is zo vriendelijk geweest ons op te zoeken. We hadden nog geen plattegrond, maar nu wel. Wel zo makkelijk!

Koya-san bestaat uit een hoofdstraat waarlangs diverse tempels liggen. De meeste kan je vrij in en uit lopen. Bij een enkele tempel wordt entreegeld gevraagd. We besluiten eerst naar de enige overgebleven vrouwenhal te lopen en bezoeken onderweg een aantal kleinere tempels. Koya-san had oorspronkelijk 7 toegangswegen met aan het begin van elke weg een vrouwenhal. Vrouwen mochten niet in Koya-san komen. Om de vrouwelijke pelgrims toch een plek te kunnen bieden zijn de vrouwenhallen opgericht. Daar is alleen de eerste nog van over. Het gebouw valt wat tegen, het gaat ons eigenlijk ook meer om het idee. De andere tijd waarin vrouwen na een waarschijnlijk lange en moeilijke weg het laatste stuk niet mochten lopen vanwege hun vrouwzijn.

We gaan terug richting de belangrijkste tempels, het Danjo Garan complex. In het hoofdgebouw (entreegeld) vergapen we ons weer eens aan de schitterende beschilderde panelen, de houten constructie, de ruime kamers, de deuren met bronzen versiering en de mooie zentuin. Eerlijk gezegd vind ik deze tuin mooier dan die bij Ryoanji in Kyoto. We worden aangenaam verrast met een kopje thee en een koekje. Een monnik legt het verhaal uit van de grondlegger van Koya-san, een slimme man die genoeg kreeg van de politiek, de intriges en de machtspelletjes in het bedrijfsleven, zich bekeerde tot het boeddhisme, daarvoor naar China reisde en weer terugkwam om het geloof vanuit Koya-san te verspreiden. Het is duidelijk dat ook deze monnik daar zijn best voor doet. Hij spreekt de Japanse dame die naast me is komen zitten aan en kijkt daarbij regelmatig naar ons. Als ik vraag of we iets verkeerd hebben gedaan (wat in Japan gebeurt voor je er erg in hebt) blijkt dat het daar niet over gaat. Hij heeft haar uitgelegd dat het belangrijk is dat wij hier zijn en kennis wordt gedeeld zodat mensen elkaar beter begrijpen. Dat ben ik helemaal met hem eens.

We maken nog een paar mooie foto’s van de verschillende gebouwen en lopen dan terug naar het klooster. Daar worden we om 17.30 uur verwacht voor het diner in kimono……. Ik vind dat wat minder, het voelt hypocriet, een beetje als in Volendam in klederdracht. Zo is het hier echt niet bedoeld, het wordt gezien als een vorm van respect, dus hijsen we ons in de kimono’s die net als in de hotels klaar liggen op onze kamer. Japanners dragen deze graag als ze in hotels zijn. Sterker nog, ze gaan er gerust mee naar buiten een wandeling maken. Dat dus echt niet!

Uiteindelijk is er wat verwarring, de gong voor het eten is om 17.00 uur gegaan terwijl wij dachten dat we om 17.30 uur zouden worden opgehaald. Wat onzeker toch maar zelf naar de zaal gegaan waar bijna iedereen inmiddels op de grond achter zijn/haar eettafeltje zit. Het eten is vegetarisch en smaakt goed. Sommige dingen hebben we eerder gegeten, andere nog niet. Aan de smaak moeten we soms wennen, maar meestal gaat dat snel. De meeste dingen vinden we lekker.

Na het eten ga ik heerlijk douchen en in het warme bad. De badruimten zijn overigens gescheiden, mannen en vrouwen apart. Ik ben alleen, 1 van de reisgenoten komt even om de hoek kijken. Toch maar niet, de meesten vinden het geen fijn idee omdat het gezamenlijk is of omdat ze in een warm bad gaan waar ook anderen al in gegaan zijn. Tsja, als iedereen zich aan de regels houdt is dat bad gewoon schoon en je kunt je daarna natuurlijk ook gewoon afspoelen. Ik vraag me ook af of dit water vuiler is dan menig zwembad waar chloor de urine en andere zaken moet afbreken…..

Helemaal lekker schoon en ontspannen starten we met onze wandeling naar de tempel van Kobodaishi. Die wandeling loopt over de begraafplaats waar het pad verlicht is door honderden lantaarns. Eenmaal over de laatste brug komen we op heilige grond, een plek waar je geacht wordt respectvol te zijn en geen foto’s te maken. Het is een bijzondere ervaring, de tempel is prachtig, het aantal lantaarns onvoorstelbaar. Je kunt er ook een lantaarn kopen, je naam op laten zetten en laten ophangen. Geen idee wat de kosten zijn, niet misselijk waarschijnlijk.

Eenmaal terug gaat ook Ed lekker in bad en werk ik nog even door aan het reisverslag. Naast ons horen we eerst nog wat zacht praten en dan wat gesnurk. Gek idee en tegelijkertijd vind ik de kamer heel prettig. Het matras is wat hard, de dekens heel dik en zwaar. Ze doen me denken aan de tijd dat ik bij mijn oma logeerde. Die had hele zware goudkleurige dekens waar ik me als kind veilig voelde. De kamer, de sfeer, de dekens compenseren het wat harde matras ruimschoots. Heerlijk ontspannen de nacht in.

Foto’s