Zondag 28 juli, Shauhara

28 juli 2013 - Kathmandu, Nepal

Een volle dag, vroeg op voor de kanotocht en junglewalk. Ontbijt om 6.15 uur want om 7.00 uur vertrekken we. Ons verblijf grenst aan de Rapti, een rivier die in de Ganges uitmondt, een heilige rivier dus. We lopen langs het water en na een paar 100 meter doemen de kano's op. Het zijn langgerekte boten gemaakt van uitgeholde boomstammen. Ze zien er iel en wiebelig uit. Dat blijkt mee te vallen. Ze liggen behoorlijk stabiel op het water en worden voortbewogen door een man met een stok, een soort van punteren. Dat is ook de enige vergelijking met Giethoorn. We glijden door het water en zien krokodillen (leuke tasjes), ijsvogels en diverse andere vogels. Het is heerlijk rustig en groen na het drukke India. 

Na zo'n 40 minuten zijn we op de plek van bestemming. Voorzichtig uitstappen, daar zijn de eerste sporen van neushoorns. Even verderop schoenen uit en door een klein stroompje waden. Ongelooflijk maar waar, binnen 10 minuten hebben we de eerste neushoorn gespot. Wat een mooi dier, en zo dichtbij. Deze heeft wel een oor verloren, het andere beweegt om de geluiden uit de omgeving op te vangen. Op zijn (of haar) rug 2 vogels die de teken en bloedzuigers van zijn (of haar) dikke vel pikken. Mooie samenwerking!

We lopen vrij lang over een pad bestaande uit ronde kiezels, onderweg laat de gids ons nog diverse sporen van olifanten, neushoorns, beren en tijgers zien. Gelukkig mogen we het groen in. Dat blijkt onverwacht spannend, er is een neushoorn vlak in de buurt, we horen hem wel maar zien hem niet. De gidsen nemen geen risico en leiden ons weg van de plek. Dat blijkt maar goed ook, het blijkt dat een andere gids heeft moeten rennen toen het beest te dichtbij kwam.

We zien apen, herten, pauwen, duizendpoten en natuurlijk veel groen. Na zo'n twee uur is het welletjes en lopen we terug naar de kano's. We moeten natuurlijk wel op tijd terug zijn voor het olifanten wassen.

Als we weer aan de andere kant van de rivier zijn zien we andere gasten al druk in de weer met de olifanten. Christine en ik besluiten ons er ook aan te wagen, schoenen uit, bril en horloge af. We klimmen op de olifant (valt niet mee) en zitten niet echt gemakkelijk op zijn harde rugwervels. De rivier in en het feest kan beginnen. We wisten al dat we natgespoten zouden worden. Het is een misverstand dat wij de olifanten wassen, de olifanten wassen ons. Grote hoeveelheden water worden over ons heen gespoten. Ik zit nog redelijk beschut achter Christine (die is een stuk groter dan ik) tot de drijver zegt dat ze moet bukken. Dan krijg ik ook de volle laag. En dan, wij zijn de eersten dus weten wij veel, gaat het beest op zijn kant en donderen wij het water in. Lekker fris (mond goed dicht)! Nog een keer er op klimmen en het spel begint opnieuw. Het blijkt dat wij het voorbeeld zijn dat anderen moet verleiden ook op een olifant te klimmen. Dat lukt aardig, binnen de kortste keren zijn alle olifanten lekker bezig. Eenmaal aan de kant kopen we een tros bananen die we aan onze olifant en haar buurvrouw uitdelen. Bijna heeft de buurvrouw de hele tros te pakken, ik kan hem nog net terugtrekken, dat was nu net niet de bedoeling. 

Terug naar de kamer, even douchen, droge kleren aan en dan eerst pinnen. De pinpas werkt niet, de visa-card gelukkig wel. 10.000 roepies rijker kunnen we gaan shoppen. Dat is hier een stuk relaxter dan in India. Je mag rustig kijken, wordt niet lastig gevallen. We doen kalm aan en kopen alleen twee pashmina's (sjaals gemaakt van het zachte buikhaar van geiten gemengd met echte zijde). Supermooi voor een leuke prijs. Onderhandelen gaat hier wel lastiger. Je krijgt er wel wat af maar niet echt heel veel. 
Dan lekker eten. Het eten is hier veiliger, er is ook westers eten, dus dat komt helemaal goed. Om 15.00 uur moeten we terug zijn, nog even tijd voor een tukje en daar gaan we weer.

Met een open soort van jeep (wij mogen naast de bestuurder) rijden we Shauhara uit. We zijn niet de enige die dit gaan doen. Er zijn drie groepen en ik tel meer dan 21 olifanten. Ze zien er goed uit, goed doorvoed en zonder littekens (op een enkeling na). Elke olifant heeft een bakje op haar rug (het zijn allemaal vrouwtjes, mannetjes zijn niet te temmen) waarin 4 mensen kunnen, op elke hoek van het bakje 1 met de benen om de paal van het bakje. Het is niet echt comfortabel, we worden behoorlijk stijf. De volgende dag blijkt dat we beurse plekken op onze armen hebben van het vasthouden. 
En hoewel we al eerder op een olifant hebben gereden blijft het een bijzondere ervaring. Je zit hoog en veilig, je kan ver kijken. Wel oppassen voor de langskomende bomen en takken en meeschommelen met het ritme van de olifant. Door een rivier en weer omhoog. Met name het dalen is lastig, dan hel je ver naar voren. Een olifant kan best steil omhoog en naar beneden.

De eerste neushoorn die we zien is triest. Het blijkt een babytje dat waarschijnlijk kort tevoren door een tijger is aangevallen. Het beestje leeft nog. Niemand doet iets, dit is de natuur. Moeilijk om te zien. Verderop zien we een volwassen neushoorn. Het is onvoorstelbaar maar we kunnen ontzettend dichtbij komen. De neushoorn voelt zich door de olifanten niet bedreigd en kan ons niet zien. We zitten te hoog. Onze dag kan niet meer stuk, echt een heel bijzondere ervaring. Ook de herten laten ons dichtbij komen. In de bomen horen en zien we de apen ruziën en opnieuw diverse vogels. Ook bijzonder om te zien is de olifant die voorzichtig een gevallen bril oppakt en teruggeeft aan de drijver. 

Eindelijk is daar weer de rivier, na 2 uur zijn we gesloopt. Alles doet zeer en we zijn blij als we naast het platform staan waar we kunnen uitstappen. Dat gaat niet gemakkelijk, Ed zijn knie speelt ook weer even op. Maar we komen eruit en strompelen de trap af. Wat een kneuzen zijn we toch!

Eenmaal beneden de bekende bananen en de mogelijkheid tot het geven van een fooi. De olifant pakt die aan en geeft het aan de drijver, onvoorstelbaar. 

Terug in de auto en naar het hotel. Eerst wat drinken en dan opfrissen. Van een olifant word je namelijk vies. En vanavond staat er nog een buffet en bijzondere voorstelling op het programma. 

In het hotel wordt een buffet geserveerd, soep, rijst en diverse gerechten en een toetje. We horen dat er ook Chinezen komen eten en dat het verstandig is om niet te lang te wachten omdat deze meestal geen tafelmanieren hebben (hun bord volladen). Dat blijkt gelukkig mee te vallen. Ze zijn alleen wat luidruchtig (hebben ook sterke drank bij zich die er snel doorheen gaat). Kunnen we vast wennen. 

Op naar de plek van de voorstelling, een nepalese stokdans. Het blijkt in een zaaltje te zijn dat al flink vol zit met allerhande toeristen. Het lawaai van ......  de chinezen is enorm. Maar blijkbaar zijn ze dat gewend want de mevrouw die in onverstaanbaar Engels de verschillende dansen aankondigt en uitlegt komt er met gemak boven uit. Dat geldt ook voor het gezang van de vrouwelijke dansers dat in onze westerse oren klinkt als kattegejank. Zo hoog en geen touw aan vast te knopen. We zijn dan ook blij als de mannen met de trommels komen. Het is op zich best interessant en sommige mannen zijn behoorlijk handig met de stokken maar echt professioneel is het niet (hadden we ook niet verwacht). Op het moment dat we geacht worden een soort van polonaise op het podium te doen haken we af. Nu wordt het echt te erg. De Chinezen gaan wel massaal het podium op!

Dan maar even shoppen, ik kom er echter niet uit. De armband vind ik te duur en ik twijfel over het spel. Eerst maar even wat drinken bij KC's. Daar is het weer reuze gezellig. Als we teruglopen naar het hotel zijn de winkels helaas dicht. Dat wordt morgen een sprintje trekken voordat we weggaan.

Eenmaal op onze kamer de laatste verrassing van vandaag, een gekko in onze badkamer, best een flinke trouwens. Als die na 10 minuten spontaan verdwenen is vinden we het genoeg. Onder de klamboe en slapen maar.

Foto’s