Vrijdag 26 juli, van Varanasi naar Shivpatinagar

26 juli 2013 - Chitwan National Park, Nepal

Het wordt vandaag een lange dag, de slechte wegen maken dat we een gemiddelde snelheid van zo'n 20-40 km per uur hebben. Dus vroeg op (kwart voor zes) en lunchpakket mee, want onderweg zullen we niet veel tegen komen waar we wat kunnen eten.

We rijden redelijk snel de stad uit, het is nog rustig op de weg. Het uitzicht wordt minder stedelijk, er zijn steeds meer rijstvelden te zien en kleine dorpjes met marktjes en de inmiddels bekende chaos van alles wat rijdt of zich anders voortbeweegt. We lijken inmiddels bijna immuun voor het getoeter. Er wordt echt overal voor getoeterd, als signaal 'ik kom er aan' of om in te halen, als iemand een fout maakt, als het bijna mis dreigt te gaan en ook gewoon zo maar. De mensen en beesten reageren er nauwelijks op, gaan hooguit een beetje opzij. 

Het wegdek is ronduit slecht. Soms een goed stuk maar meestal (zeker in de dorpen) grote gaten in de weg, en soms is het hele asfalt weg. Door de regen staan er grote plassen in waardoor onze bus voorzichtig om de gaten heen gaat. Je weet maar nooit hoe diep ze zijn. En dat met tegenliggers, midden op de weg bivakkerende runderen en langzaam rijdend verkeer dat we willen inhalen of juist verkeer dat ons wil inhalen. Het is soms milimeterwerk. Niemand vraagt nog waarom we in India een bijrijder nodig hebben. Die is echt broodnodig om je veilig door dit verkeer te loodsen. 

Net als in de stad is overal vuilnis te zien, waar mensen zijn is troep. Het wordt gewoon het huis uitgeveegd, het raam uitgegooid, hier en daar op een hoop gegooid of gewoon achteloos weggesmeten. 

Hoewel de armoede op het platteland waarschijnlijk groter is dan in de stad hebben de mensen het wel beter. Er is schone lucht, ze verbouwen hun eigen eten en er is meer ruimte. Onderweg komen we ook talloze scholen tegen. Soms hele grote met tientallen bussen vol met schoolgaande kinderen. 

We krijgen onderweg een behoorlijke stortbui. Het water stroomt over de bus. Eerst denk ik dat er geen ruitenwissers zijn, dan zie ik dat er voor de chauffeur een heel kleintje heen en weer gaat dat nauwelijks in staat is voor een klein plekje goed zicht te zorgen. De chauffeur doet net of er niks aan de hand is, voor hem is het normaal.

Tijd voor de eerste koffiestop. Tsja het klopt, het wordt vandaag niet echt wat. De koffie zit gelukkig in een bekertje en is kokend heet, eventuele bacteriën hebben zeer waarschijnlijk wel het loodje gelegd. De wc is een nieuwe uitdaging, de details laat ik voor wat ze zijn, de lucht is toch niet te beschrijven. Dus boven het gat in de grond hangen, ergens anders aan denken en zo snel mogelijk weg. 

De lunchpakketten eten we wel in de bus op, dat lijkt hygiënischer. Hoewel....... we  halen de banaantjes en de cake eruit, de rest laten we voor wat het is. Het ziet er best goed uit maar onze eetlust is in India aanzienlijk lager dan thuis.

Ergens in de rijstvelden een onverwacht cadeautje, kraanvogels op een nest. Pas later zie ik op de foto dat ze jongen hadden, mama kraanvogel is ze aan het voeren. 

Na nog een koffiestop (waarbij ik nauwelijks tijd krijg om mijn koffie weg te werken omdat de rest alleen chips en koekjes inslaat) gaan we voor de laatste kilometers. 
En dan door het laatste dorp. Het asfalt is inmiddels echt helemaal verdwenen. Er heerst hier duidelijk grote armoede. Als we over de plaatselijke markt rijden hebben we veel bekijks, maar het zijn niet de vriendelijke gezichten van de laatste dagen. We zien vooral mannen die duidelijk laten merken andere bedoelingen te hebben. Voor geen prijs dat ik hier als vrouw doorheen zou lopen. 

Het contrast met onze slaapplaats is groot. Dat blijkt een oud paleisje te zijn dat nu gebruikt wordt als guesthouse. Het is omringd door een mooie tuin en goed afgeschermd door een muur (met glasscherven bovenop) en stalen hek. De inrichting doet denken aan de koloniale tijd. Foto's van de pasja en zijn familie al dan niet met gedode tijgers. Oude meubels, een kleed dat ooit over een olifant heeft gelegen en niet te vergeten de tijgervellen en tijgerkoppen aan de muur. Het paleisje heeft ook een (meer recent) buitengebouw. Dit keer deelt Hans de sleutels niet uit maar mag iedereen er zelf 1 pakken. Ed is als laatste en de grote sleutels van de kamers in het paleisje zelf zijn weg. Dat blijkt een onverwachte meevaller. Hoewel de kamers in het paleisje heel gaaf zijn ben ik blij met mijn wat modernere zeer ruime kamer in het buitenverblijf. We zitten op de 2e etage en hebben vanaf de veranda schitterend uitzicht over de tuin. 

Even opfrissen en dan een wandelingetje. Als we door het hek willen blijkt dit gesloten, het wordt ons afgeraden. Eerlijk gezegd twijfelde ik al, de gezichten en gebaren van de mannen in het dorp werd ik niet echt vrolijk van. Dan maar een wandelingetje door de tuin en een spelletje op de veranda met onze medereizigers onder het genot van een drankje en mango's van Hans.  

Eten buiten de deur is echt geen optie en daarom heeft Hans hier een buffet geregeld. We zitten aan grote tafels met zicht op de tijgerkoppen. Het blijft een bijzondere locatie. Het buffet is ok, maar eerlijk gezegd hebben we daar inmiddels wel een beetje genoeg van. Het wordt zo langzamerhand tijd voor een hap waar we niet zo verschrikkelijk voorzichtig mee hoeven te zijn. De warmte, gebrek aan eetlust, last van de ingewanden en de beperkte keuze maken dat we wel wat gewicht aan het verliezen zijn. Niet erg, mooie bijvangst van deze reis!

Eenmaal op de kamer is het tijd om alles weer eens goed op te laden. Als Ed het schemerlampje in onze stekkerdoos doet gaat de boel op tilt, kortsluiting. In eerste instantie lijkt het of al het personeel weg is en het niet kan worden opgelost. Maar dan zijn daar 2 behulpzame medewerkers. Die halen er iemand van de technische dienst bij en dan is het zo opgelost. Gelukkig, tijd om naar bed te gaan!

Foto’s