Dinsdag 30 juli, Kathmandu

30 juli 2013 - Nagarkot, Nepal

Vandaag een volle dag in Kathmandu. Eerst het hotel uit naar ons westerse ontbijt. We kunnen bijna niet kiezen, zoveel lekkere dingen, broodje omelet, croissantje, thee, banana lassi, heerlijk. We komen echt bij!

Met de taxi naar Pashupatinath. Beetje krap met zijn drieën op de achterbank. Onderweg zien we onze eerste demonstratie voor meer vrijheid van de Tibetaanse monniken. zo'n 20-30 Nepali's schreeuwen leuzen vanaf 2 busjes en zwaaien met kartonnen bordjes waar leuzen op staan. Politie is dichtbij en er wordt druk gediscussieerd. We zijn er gelukkig snel voorbij.

Als alle taxi's er zijn kaartje kopen en naar de tempel. Op de weg daar naar toe diverse kraampjes met souvenirs, offergaven en de daarbij behorende verfstoffen. Bij alle tempels, groot en klein, worden de goden aanbeden door ze te kleuren met de verfstof. Voor ons westerlingen ziet het er toch een beetje uit als een knoeiboel. Ook door de restanten van de kleine waskaarsjes.

Eenmaal binnen is er veel te zien. Een groot plein vol met duiven en de bijbehorende troep. De lucht van duivenpoep zullen we vaker bij tempelcomplexen ruiken.  We genieten van de mensen, de kleine kinderen en de sfeer. Een felgekleurde poort leidt naar de hoofdtempel. We mogen niet naar binnen maar vangen wel een glimp op van het gouden rijdier van Shiva dat voor de tempel ligt.

Het tempelcomplex van Pashupatinath ligt aan de rivier de Bagmati en bevat diverse wasplaatsen voor verschillende kasten. Hier worden net als in Varanasi en andere wasplaatsen in India crematies uitgevoerd. Er zijn twee loopbruggen naar de overkant van de rivier. Van daaruit hebben we goed zicht op de ghats (de wasplaatsen). Diverse apen maken de boel wat onveilig, ze zijn niet echt vriendelijk en zijn uit op onze flessen drinken.

Eenmaal aan de overkant zien we een klein jochie een touwtje met iets eraan in het water gooien en weer ophalen. Als we beter kijken zien we dat hij kleine muntjes van de bodem haalt. Waarschijnlijk zit er een magneet aan het touwtje. Hij haalt uit de rivier wat de familie van de overledenen erin gooien aan sieraden en geld. Dat wordt extra duidelijk als er een crematie wordt voorbereid. Twee zoons (herkenbaar aan de kaal geschoren hoofden) rouwen bij hun vader en verzorgen de laatste rituelen. Een daarvan is het in de rivier gooien van de eigendommen. Op het moment dat dat gebeurt is het jochie er als de kippen bij. Het is (in onze Westerse ogen) zelfs zo erg dat hij de net in de rivier gegooide kostbaarheden, verpakt in doeken, eruit vist, openmaakt en de kostbaarheden meeneemt. De familie van de overledene die op nog geen 5 meter afstand staat verblikt of verbloost niet. Voor hen zijn de kostbaarheden teruggegeven en wie ze daarna wanneer treft, is niet relevant. De doek waarin de kostbaarheden verpakt waren blijft achter op de trappen van de gath. 

Aan de kant van de rivier waar wij lopen, tegenover de ghats, staat een reeks van kleine koepeltjes met de zogenaamde Shiva lingams (fallussymbolen). Aan het eind, dichtbij de trap naar de top van een heuvel, vinden we een aantal heilige mannen, meer of minder ingesmeerd met verfstof. Een daarvan heeft zijn haren en zijn baard opgeknoopt. Als hij het losmaakt zien we hoe lang deze zijn. Het blijkt dat hij al 45 jaar zijn haar niet heeft geknipt. Nadat we ze op de foto hebben gezet (en wat roepies hebben gegeven) lopen we de trap op naar boven. De trap en omgeving zijn duidelijk het domein van de apen. 

Op de top van de heuvel weer een ander tempelcomplex rond de Gorakhnath tempel. Schitterende details en houtsnijwerk. Wel op zijn Nepalees, alles wat vervallen, begroeid met mos, duidelijk doorleefd. Maar daardoor juist van een bijzondere schoonheid. 

De trap weer af, richting de rivier. Mooie plaatjes van runderen in de rivier, vlaggetjes langs de brug. We eten een banaantje bij een kraampje en lopen richting de Bodnath Stupa. In de straatjes is weer van alles te zien. Een kleine wasplaats, bouwplaatsen, mensen aan het werk met handnaaimachines en ander eenvoudig materieel.

De stoepa is ommuurd. In de nissen van de muren honderden gebedsmolens. Op deze molens gebedsteksten. De gedachte is dat als je de molens laat draaien de gebeden de lucht ingaan. Er zijn ook diverse grotere gebedsmolens. Deze staan in een kleine ruimte waar je de metershoge molen kan laten draaien door er omheen te lopen. 

Eenmaal binnen de muren zien we de indrukwekkende stoepa met de ogen (die de wereld beschouwen), het derde oog (dat naar binnen kijkt) en de neus (in de vorm van een Nepalese 1 als teken van eenheid) van boeddha. Overal vlaggetjes met gebeden erop die wapperen in de wind. De bedoeling is dat je met de klok mee om de stoepa heen loopt, tegen de klok in is heiligschennis. De stoepa heeft drie terrassen. Met een trap lopen we omhoog. Witte stenen olifanten als wachters voor het heilige deel. 

Van boven af hebben we goed uitzicht op het complex. Talloze winkeltjes en (rooftop) restaurants. En daar zijn de demonstranten weer, ze lopen door de poort, een rondje om de stoepa en zijn dan weer verdwenen. Inmiddels heb ik zowel goede koffie als een kralenwinkel gespot. De kralenwinkel komt eerst. In een bakje met los spul vind ik schitterende handgemaakte kralen met stukjes bloedkoraal en turquois. Omdat het inmiddels echt stortregent is er genoeg tijd om te onderhandelen. Ik zoek er nog een streng bloedkoralen kralen bij (samen genoeg voor zeker 2 armbanden) en dan kan het spel beginnen. Als de verkoopster niet genoeg wil zakken pakken we de paraplu en lopen we naar buiten. Driemaal raden, het blijkt toch genoeg. Alles wordt in een mooi stoffen tasje verpakt, ik ben echt blij met mijn aankoop!

Op naar de rest, in het afgesproken rooftoprestaurant. Gezien de regen wordt het binnen eten. Na een soepje kunnen we er weer tegenaan. Met de taxi terug richting het centrum van Kathmandu, en dan lopen naar Durbar square.

Het blijft plenzen en voor het eerst maken we gebruik van onze poncho's. We schieten echter niet hard op. Voor een habbekrats zijn hier de mooiste dingen te koop. Pashmina sjaals (van het zachte buikhaar van geiten), Kashmir sjaals (van het nog zachtere keelhaar van geiten), klankschalen, beeldjes, sieraden en ook praktische (trekking)zaken. Maar als je goed wilt kopen kost het tijd, onderhandelen is een zaak van lange adem.

Ed heeft de smaak inmiddels weer te pakken en wordt voor diverse aankopen als onderhandelaar ingezet. We kopen soms ook bulk in voor extra korting. Zo komen we natuurlijk nooit voor donker in Durbar square. Dus niet meer kijken en doorlopen.

Nadat we entreegeld hebben betaald lopen we het plein op. Het is hier en daar spekglad door de combinatie van mos, duivenpoep en regen. Oppassen geblazen dus. We gaan eerst op zoek naar de levende godin Kumari, een meisje dat op basis van haar afkomst, 32 verschillende kenmerken en een ceremonie is verkozen, zelden het huis uitkomt en dan gedragen moet worden omdat haar voeten de grond niet mogen raken. Het is een triest verhaal, als het meisje bloed verliest doordat ze gewond raakt of gaat menstrueren wordt een nieuwe Kumari gekozen. De voormalige Kumari heeft weinig kans op een goed leven omdat een eventuele man volgens de legenden binnen 6 maanden na het huwelijk overlijdt, zij niet geleerd heeft een huishouden te runnen. We vinden het huis van de Kumari en als een gids haar roept komt het 81/2 jaar oude zwaar opgemaakte meisje te voorschijn. Het idee dat dit kind ver van haar familie op deze manier leeft maakt ons niet echt vrolijk. Ze is verworden tot een toeristische attractie. Als we naar buiten lopen zonder een donatie te doen wordt de gids die de Kumari geroepen heeft behoorlijk nijdig, Ik ben blij dat ik niet kan verstaan wat hij zegt, mooie woorden zijn het zeker niet. 

Het is echt jammer dat het regent. Er is zo veel te zien, diverse tempels, pagodes, monumenten, van hout, steen en koper, alles rijk bewerkt voor het vereren van de verschillende goden en hun reïncarnaties. Natuurlijk is het ook even giebelen bij de erotische houtsnedes van de Jagannath tempel, allerlei posities worden hier uitgebeeld. 

Hoewel we nog lang niet alles hebben gezien, veel details hebben gemist en ook de achtergrond en geschiedenis van al die gebouwen niet goed hebben opgepakt is het echt genoeg. Het is gewoon te veel en de regen maakt het er niet beter op. Dus terug naar het hotel. Als we daar vlak bij zijn zien we een hotel met goede koffie. Eenmaal binnen blijken ze twee leuke gewoonten te hebben. Je kunt een vlaggetje van jouw land op je tafel krijgen en een knuffelpanda of tijger voor op een lege stoel. De vlag zetten we neer, de knuffel is net wat te gek. We krijgen zelfs een chocolaatje bij de koffie, was ik bijna afgekickt, proef ik ineens weer hoe lekker dat is......

Het wordt nu echt tijd om terug te gaan naar het hotel, de was moet nog opgehaald en er staan mensen op ons te wachten. Die lopen ons inmiddels tegemoet, zij gaan vast door naar het afgesproken restaurant. Na wat strubbelingen met de was (wij hadden waslijsten met oude prijzen ingevuld) gaan ook wij richting warme hap.

Eenmaal daar aangekomen ontdekt Ed dat hij zijn rugzak (met tablet) in de lobby van het hotel laten staan. Dus sprintje terug. Gelukkig staat hij er nog, het personeel had hem al veilig opgeborgen. He, he, eindelijk eten, Ed een heerlijke gegrilde karbonade, ik een Caesar salade. En als ik dan toch risico's neem (rauwe groente) dan ook maar gelijk een frappucino als toetje. De ober bezweert me dat het ijs echt van mineraalwater is gemaakt. 

Heerlijk voldaan lopen we door de donkere straten terug. Alle winkels zijn dicht, rolluiken toe, Kathmandu is om 22.00 uur uitgestorven.

Foto’s

1 Reactie

  1. Alina:
    1 augustus 2013
    Het ziet er naar uit dat jullie het erg naar je zin hebben daar :) !

    Veel liefs Alina