Dinsdag 6 augustus, Shigatse (hoogte 3.825 meter)

6 augustus 2013 - Lhasa, China

8.00 uur ontbijten wordt het niet, er is een groep Chinezen voor ons geweest en die hebben T/Chinees ontbeten. Wij willen gewoon een eitje, toast en gewone thee (geen boterthee). Dat gaat dus nog een half uurtje duren. Aangezien ik me behoorlijk zorgen maak over ons geldtekort besluiten we een nieuwe poging te wagen. Op 10 minuten lopen ligt de Bank of China. Alles is nog dicht, hopelijk hebben ze een 24 uurs geldautomaat. Die hebben ze maar de glazen deur is dicht..... Visacard door de scanner en 'Sesam open u'. De eerste horde is genomen. Er zijn 3 geldautomaten, in ieder geval één is ook engelstalig. Helaas, de ING betaalkaart werkt niet, dan toch maar de Visa. En ja hoor, binnen in het apparaat begint het te ratelen, ons geld wordt geteld. Grote schrik als het luik opengaat, geen geld..... Of toch, het zit helemaal onderin! Genoeg stress voor vandaag, terug naar het hotel, de was wegbrengen en ontbijten. 

We betalen maar liefst 211 yuan (zo'n 25 euro) maar dan is de was vanavond ook klaar. We zien nog net hoe iemand de wasmachines letterlijk volpropt met lakens. Het wordt er gewoon ingestampt! Wat zou dat voor onze kleren betekenen?
Joepie, ontbijt is klaar, lekkere cake, toast, eitje, gewone thee en zo. We kunnen er weer tegen. Beetje gammel door de hoogte, nog steeds licht verstopte bloedneuzen en daardoor weinig lucht. Dus nog steeds rustig aan doen, geen pilletje meer, maar wel blijven drinken en alert blijven op symptomen van hoogteziekte. Dat kan de komende week nog. 

De rest van de groep heeft inmiddels ook weer centen, het blijkt dat de ING-kaart maar bij één bank werkt. Die hebben wij niet gevonden. Alle schulden worden ingelost, redelijke kans dat we nu genoeg geld hebben tot het einde van de reis.

Met de bus naar het Tashilhunpo klooster. De bijbehorende muur waar twee keer per jaar een metershoge en brede Tanga (doek met traditionele T applicaties) naar beneden wordt gelaten, hebben we vanaf de straat van ons hotel al gezien. 
Het kloostercomplex heeft het formaat van een dorp met kleine straatjes rond de verschillende tempels. Als je hier foto's wilt maken moet je wel flink betalen, bij elke tempel een bedrag van 75 tot 125 yuan (10 tot 15 euro). Dat is het ons niet waard. We gaan eerst de tempel met de enorme gouden boeddha in (één vinger van de boeddha is één meter). Je kunt er omheen lopen (altijd met de klok mee, tegen de klok in is heiligschennis). Bij deze boeddha loop je dan in een soort gang van circa 2 meter breed met een heel hoog plafond, een dieprood geschilderde muur aan je linkerhand en het koperen omhulsel van de boeddha en bijbehorende beelden aan je rechterhand.

We worden continu ingehaald en opzij geduwd door de Tibetanen die in een hoog tempo alles bezoeken, overal geld doneren (het ook overal tussen stoppen), yak boter aan de bakken met brandende lontjes toevoegen, de boeddha's en hun afbeeldingen aanraken en allerlei gebeden mompelen. Jonge monniken zijn overal aan het vegen en poetsen om alles schoon te houden (volgens T maatstaven). De oudere monniken verzamelen de pennen en andere donaties en tellen het geld. Bizar om te zien echt overal geld, stapels briefjes, zakken vol. En dat terwijl de T zelf zo weinig te besteden hebben. 

Naast deze boeddha (als ik het goed heb de boeddha van de toekomst) zijn er nog twee tempels met boeddha's, één daarvan is de boeddha van de kennis, de ander weet ik niet. En ik kan het ook niet opzoeken want mijn Chinagids ligt in een prullenbak bij de Chineze grens, grrrrrr..... We bezoeken nog een gebedsruimte en struinen verder door de kleine straatjes genietend van alles wat we zien. 

Op het plein voor het klooster kopen we bananen en wat te drinken. Er staan een aantal zeer levensechte bronzen, duidelijk Chinese beelden. De Chinezen laten zichzelf en hun kinderen daarbij fotograferen. Toch bizar dat de Chinezen massaal de T-cultuur komen bekijken en de T tegelijkertijd onderdrukken en hun dorpen verpesten met Chinese bouwsels. Er lopen ook diverse studenten in een soort van witte laboratoriumjassen rond. Blijkbaar hebben ze de opdracht buitenlanders te interviewen. Maar als de vraag komt wat we van Shigatse vinden houd ik het voor gezien. Hier ga ik echt geen diplomatiek antwoord op geven. 

Na een kleine pauze in de schaduw lopen we de Kora, een route om het klooster langs de muur, talloze gebedsmolens, een soort van eivormige ovens waar wierook wordt gestookt en met gebeden gegraveerde, min of meer ronde platte stenen. De T draaien de gebedsmolens, vullen de wierook aan en geven de mensen die daarom vragen geld. Voor de T is dit klooster een deel van de pelgrimsroute waar ze soms hun hele vermogen in stoppen. Zo veel dat er geen geld is voor de terugweg. Daarvoor zijn ze afhankelijk van goede gevers.

We zien twee vrouwen die de Kora lopen zoals pelgrims dat doen. Ze gaan plat op hun buik op de grond liggen, leggen een botje of stokje voor zich neer, staan weer op, lopen tot het stokje (niet meer dan 3 stappen) en gaan weer plat op de grond liggen. Groot respect, dit is pas afzien.

We komen nog een geit en een schaap tegen en zijn dan weer terug bij het begin. Op zoek naar een lunchplek. We belanden in een niet al te goedkoop hotel met een ruim, licht en schoon restaurant. Je kan kiezen tussen het T ingerichte of het Chinees ingerichte deel. Het T ingerichte deel met de inmiddels bekende banken, lage tafels en kleedjes is veel knusser dan de stijve stoelen met goudkleurige strikken en ronde tafels. Als we eenmaal zitten komt een traditioneel geklede serveerster ons thee brengen. Ze glijdt uit, maakt een enorme smak en weet niet hoe snel ze moet wegkomen na het kabaal van vallende kopjes. Later zien we haar terug met een flinke pleister op haar arm. De rommel wordt snel opgeruimd, nieuwe thee wordt gebracht. Een menukaart met foto's maakt het kiezen gemakkelijk, lamsribbetjes, yakspiesjes en champignons met yakboter. Het is allemaal prima, alleen de niet helemaal warme lamsribbetjes sturen we terug om goed te laten doorwarmen. En van de champignons wordt de yakboter afgeschraapt en dan zijn ze goed te eten. De thee wordt steeds bijgevuld en dat maakt dat de rekening meevalt. Thee is gratis en we hebben geen andere drankjes besteld. Tsja en dan moeten we toch echt in de benen om nog wat van Shigatse te zien. 

Het wordt een tocht langs een souvenirmarktje waar het me bijna lukt een gebruikte leren yakhalsband met originele bellen en kwast te kopen. De verkoopster wil echter niet verder zakken en ik niet verder omhoog. Helaas, misschien in Lhasa nieuwe kansen. Langs de winkels, vooral kijken naar sieraden (duur!), originele stoffen en grappige of mooie dingies. We belanden op de echte T markt, de markt waar de T hun spullen kopen. Het enige dat we scoren zijn typisch Chinese ballonnen voor de volgende jarige.

En dan hebben we het wel gehad, we hebben een behoorlijke afstand gelopen en dat op deze hoogte. Nog even wat lekkers (snickers, pinda's en zo) en de was ophalen (valt mee, Ed heeft alleen een bruine vlek op zijn witte t-shirt, waarschijnlijk van de strijkbout) dan eventjes rust. Om 19.30 uur gaan we op zoek naar een restaurant waar we een hotpotmaaltijd kunnen eten.

Als we om 19.30 uur in de lobby komen zijn er al diverse reisgenoten in het restaurant van het hotel gaan eten. Er zijn ook wat mensen te moe of niet lekker. We blijven over met acht man inclusief Hans. En als het dan gaat regenen wordt het lastig. We besluiten toch naar buiten te gaan. Daar krijgen we geen spijt van. Na zo'n 10 minuten zijn we bij het restaurant dat één van ons gisteren al gezien had. Het zit bomvol, en natuurlijk zijn wij weer een bezienswaardigheid. Er wordt plaats gemaakt zodat we net met zijn achten op bankjes om een tafel passen. Midden in de tafel een grote brander (de gasfles staat onder de tafel) en daar komen de hygiënisch verpakte schaaltjes en theekopjes. Plastic eraf, schaal op de brander, water in de ene helft met kruiden, in de andere helft wordt een zak met water en sambal leeggegooid. Thee wordt continu bijgeschonken. We krijgen een heldere goudbruine vloeistof in een bakje die we ieder voor zich op smaak kunnen maken met lenteuitjes, koriander, knoflook en chilipeper. In grote koelkasten liggen allerlei soorten spiesjes op de schappen (lijkt wel op de koelafdeling van Jumbo). Er is vis, groente, vlees, tofu en natuurlijk ook nog allerlei ondefinieerbare zaken. Het is de bedoeling dat je zelf je spiesjes kiest. Die in de hotpot stopt (soort fondue dus) en dan als het gaar is van het stokje haalt en met eetstokjes in je dipsaus stopt en opeet. Het is natuurlijk vreselijk gedoe met die eetstokjes, Ed en ik bakken er niks van en smokkelen waar we kunnen met onze vingers of de houten spiesjes. We hebben een beetje handen en voeten uitleg gehad van de mevrouw die ons helpt (hilarisch natuurlijk) en spieken gewoon bij de andere tafels hoe het moet. Iedereen is erg vriendelijk. We zien ook dat sommigen gewoon alles van de stokjes halen en direct in de hotpot gooien. Daarna vissen ze het er met een lepel uit. Het is echt super gezellig. Niet iedereen heeft evenveel trek, maar dat maakt niks uit, de ervaring is niet te missen. 

Wat wel naar is dat er continu bedelaars (vooral kinderen) om geld komen vragen. Bij sommige tafels krijgen ze dat ook, wij laten het maar even zo, de kans dat er straks een hele horde staat is groot. 

We vragen ons wel af hoe wordt afgerekend. Dat ontdekken we snel, simpel systeem, gewoon stokjes tellen. Sommige stukjes vlees of vis hadden 2 stokjes, de rest en de groente 1. We komen met 8 man op 116 stokjes en dat blijkt 116 yuan te kosten (bijna 15 yuan per persoon ofwel ongeveer 2 euro!). Opnieuw dikke pret bij het afrekenen, een fooi wordt resoluut afgewezen en we krijgen allemaal nog een strip wrigly kauwgom mee. 

Een maal buiten regent het flink. Bikkels als we zijn gaan we gewoon lopen, beetje tempo (voor zover het lijf dat op deze hoogte toelaat) zo snel mogelijk naar het hotel. We zijn hardstikke moe maar de ervaring van zo juist houdt ons overeind. Het was het meer dan waard, wat een avond. 

Eenmaal in het hotel krijgt Ed zijn eerste verpakte ijsje van deze vakantie. Ik pas, veel te moe, eten is ook inspanning. Zeker omdat mijn neus verstopt is en ik door mijn mond moet ademhalen. De trap naar de kamer is al een penitentie. Eerst de tas herpakken, dan lekker douchen en het reisverslag bijwerken. Morgen vertrekken we naar Lhasa en nemen we afscheid van onze Chinese bus. 

Foto’s