20 februari 2020 Research in Jakarta

20 februari 2020 - Jakarta, Indonesië

Vandaag gaan we in Jakarta voor het eerst sporen zoeken van de Indonesische tijd van Edu: de plek waar hij is geboren, maar ook de plek waar hij als krijgsgevangene op weg van Surabaya naar Singapore een tussenstop heeft gemaakt. 

Gelukkig heb ik goed geslapen, dwars door het onweer en de regen heen. Maar helaas niet door het geluid van de imam dat rond 4.30 uur door de kamer schalde. Echt verschrikkelijk hard en benauwend omdat ik het niet kan verstaan en met mijn slaperige hoofd heel andere gedachten krijg bij deze oproep tot gebed. Elise had dubbelpech want toen het ophield ben ik behoorlijk gaan snurken. De wekker haalt ons om 8.45 uur uit een diepe slaap. Het duurt dan ook even voor ik ben geland. Douchen, aankleden en klop klop daar is het ontbijt. 2 dikke witte iets geroosterde boterhammen met omelet en koffie. Heftig, zeker als blijkt dat de koffie mierzoet is. De boterhammen gaan na een paar happen redelijk naar binnen, de koffie verdwijnt in de wastafel, maar goed de bodem is gelegd. Als om 9.45 uur de telefoon gaat zijn we nog niet klaar. Het is niet erg, onze gids en taxichauffeur zit vast in het verkeer en verwacht rond 11.00 uur bij ons te zijn. Heerlijk kan ik rustig aan doen en wat foto’s uploaden. 

Om 11.00 uur is Marcus er, een vriendelijke Indonesiër die ons deze dag door gaat helpen. Het duurt even voor hij zich op zijn gemak voelt, hij is voorzichtig en wil ons niet teleurstellen. We bepalen de volgorde der dingen en gaan op pad. Op zijn advies rijden we eerst door de oude stad. Het is heerlijk om achterover leunend in een fijne auto Jakarta te beleven, mensen, andere gewoontes, maar vooral ook het speuren naar gebouwen uit de koloniale tijd. Traditionalisme en art deco in een land dat van oorsprong een hele andere architectuur had. Een bouwstijl die ik heel erg waardeer en voor mij als niet deskundige redelijk te herkennen is. We hebben dan ook een aantal gebouwen (stations, huizen) uit deze tijd gevonden. Bijzonder was het parkje onder een brug waar het hekwerk is verbonden door stenen palen die overduidelijk uit het koloniale tijdperk kwamen. 

Omdat we van Marcus het museum Taman Prasasti niet mogen missen wordt dat de eerste echte stop. Hier liggen graven en grafplaten van Nederlanders uit de koloniale tijd. Elke plaat heeft zijn eigen verhaal, het kindje van 3 jaar die zo gemist wordt door zijn ouders. De generaal die is geridderd. De pastoor die als verzorger van lichaam en geest zo geliefd was. De zoon die veel te jong gestorven is. Maar ook de echtgenote die na de dood van haar man in Batavia terugging naar Nederland om daar te sterven maar in het graf weer is herenigd met haar man. Het is apart om tussen de palmbomen de Nederlandse namen en teksten te lezen en te bedenken hoe zij in die tijd zich in deze wereld hebben gevestigd. Het getuigt van moed en doorzettingsvermogen maar ook van arrogantie en machtsvertoon.

Het is tijd om verder te gaan maar niet eerder dan dat we een foto hebben gemaakt van een aantal jonge mensen die aan het lunchen zijn. Zittend op een stenen overdekte vloer met de slippers netjes aan de kant. Diverse magere katten scharrelen om hen heen in de hoop dat er wat overblijft. Heerlijk relaxed allemaal. 

In de auto door naar de wijk Jatinegara (voorheen Meester Cornelis). Daar is weinig overgebleven van de koloniale tijd. Het is ondenkbaar dat we hier ooit de geboorteplek van Edu vinden. De structuur van de smalle straten (dwars kruisend op elkaar) is er nog wel en niet te vergeten het huis van Meester Cornelis, een Bandanese schoolmeester, prediker en landbezitter in de 17e eeuw. Als Marcus even met de beheerders praat mogen we zo maar naar binnen. Het huis is in goede staat en de kamers bevatten nog vele meubels van Meester Cornelis. De inrichting is echter niet zoals het was, eigenlijk is alles gewoon een beetje bij elkaar neergezet. Daarnaast worden er dingen getoond vanuit de muziekwereld die echt niets met dit gebouw en de meubels te maken hebben. Jammer. Buiten in de tuin zijn vier paviljoentjes rond een (waarschijnlijk nieuwe) fontein. De paviljoentjes lijken wel origineel, met name door de lampen die er hangen. Die zijn overduidelijk uit de koloniale tijd. 

We zijn Marcus even kwijt, die blijkt wat te drinken te hebben gehaald, dat is echt fijn. Even zitten op de marmeren trappen en dan gaan we weer door. We willen eerst gaan lunchen en geven Marcus de vrije hand. Hij brengt ons naar een restaurant dat gerechten uit Sulawesi serveert. Het wordt zeebaars met tomaten, groene groenten, rijst en een soort van gefrituurde koeken met mais. Natuurlijk wordt er sambal en een gerechtje van tomaat en pepers bij geserveerd. Daar blijven we zoveel mogelijk vanaf! Het is heerlijk, super genieten, zeker de koeken. Die zijn verslavend lekker. Er blijft nog veel over dat mee mag in een doggy bag. Natuurlijk niet voor ons, na enig aandringen neemt Marcus het mee voor thuis. 

Tijd voor de laatste stop, een hele lastige. We willen zien waar het schip (de Maebashi Maru 2) van Surabaya naar Singapore begin februari 1943 een tussenstop heeft gemaakt. Bij vertrek had het schip 1900 man aan boord. Door voedselvergiftiging en verkeerd gebruik van permanganaat (schoonmaakmiddel) werden deze mannen doodziek. Het schip maakte daarom een tussenstop in Tanjeng Priok, de haven van Jakarta. Daar gingen na het bezoek van een medicus 200 man van boord. Zij waren te ziek om verder te gaan. De overige 1700 waar Edu er 1 van was moesten verder naar Surabaya. De haven is echter grotendeels ommuurd, deels overslaghaven met heel veel containers en deels militair terrein. Toch weet Marcus een plekje te vinden waar we het water en wat schepen zien. Net buiten het militair terrein mogen we fotograferen. Marcus heeft de beveiliging namelijk uitgelegd wat we komen doen. Zonder hem waren we hier niet gekomen en hadden we zeker niet mogen fotograferen. Edu is zeer waarschijnlijk niet van boord geweest en de kans dat hij hier aangemeerd lag is heel erg klein. Maar hij was hier vlakbij en daar gaat het om. 

We zijn nu echt doodop, dus we gaan afsluiten. Wij willen nog ergens koffie en vragen Marcus ons af te zetten bij een winkelcentrum, dan gaan we daarna zelf terug naar het hotel. We worden afgezet bij het WTC en hij geeft aan met ons mee te gaan. Het kost ons moeite om hem uit te leggen dat we het vanaf hier echt zelf redden. Uiteindelijk gelooft hij ons en gaat hij, nadat we selfies met hem hebben gemaakt, terug naar Madu Inn. Wij lopen achtereenvolgens het WTC in. Oeps, het is een niet al te groot winkelcentrum en bijna alles is al dicht. Gelukkig kunnen we nog iets drinken (helaas geen cappuccino) en is er een supermarkt. Gezien het late tijdstip van de lunch hebben we geen zin meer in avondeten. Dus wat yoghurtdrink en snacks om de avond door te komen en dan op zoek naar een taxi.  

Dat wordt nog een avontuur….. Er staat maar 1 taxi en dat is geen Bluebird. Toch proberen. De taxichauffeur is een wat oudere man zonder telefoon (dus zonder google maps) en zonder leesbril die niet weet waar Madu Inn ligt. Wij twijfelen of we meegaan. Als hij na overleg met een tuktuk chauffeur bezweert dat hij weet waar het is, stappen we in. Het begin gaat goed, hij weet inderdaad waar het ONGEVEER ligt. We rijden heel wat keren een rondje en weigeren uit te stappen als hij denkt dat we er zijn. Wij herkennen het namelijk niet. Dus gaat hij het nog een keer vragen. Het klopt wel en niet. Het is de goede straat maar wel aan het eind. Dus maar goed dat we bleven zitten. Het gaat overigens allemaal met veel humor, bij ons en bij hem. Hij geeft eerlijk toe hier nog nooit geweest te zijn en ligt in een deuk dat twee vrouwen uit Nederland hier naar deze plek gekomen zijn. Nog een vriendelijke groet en dan het hotel in. 

Daar wacht nog een verrassing. Juli geeft aan dat ze ons mogelijk kan helpen met Bandung. Ze heeft daar een familielid die misschien vanavond komt, ze belt ons als die er is. Op de kamer komen we even bij. Als ze belt blijkt dat het familielid niet is gekomen. Marcus is er wel. We hebben nog een gezellig uurtje waarin Judi van ons de locaties krijgt die we de komende 5 dagen in en om Bandung willen bezoeken. Ze gaat bellen en kijken of ze ons daarbij kan helpen, of ze iemand als Marcus kan regelen. Dat zou echt super zijn. Inmiddels heeft Elise meer uitgelegd over Rumah Saya. Gisteren hebben we een filmpje gezien van Judi’s moeder die Nederlandse en Japanse liedjes zingt. Elise mag ze gebruiken bij de productie van Rumah Saya. Sterker nog Judi gaat kijken of ze nieuwe filmpjes kan maken zonder achtergrondgeluiden. Dit is echt geweldig. We spreken af dat we elkaar morgenochtend vroeg nog spreken, we hebben al telefoonnummers uitgewisseld. Dus appen kan ook altijd nog. We nemen afscheid van Marcus en gaan naar onze kamer. De trein naar Bandung reserveren (die gaat om 10.45 uur en is al behoorlijk vol) en dit reisverslag maken. 

Het was weer een mooie, zonnige, volle dag.

Foto’s