Nagasaki, woensdag 20 april 2016

20 april 2016 - Nagasaki, Japan

Gelukkig een beter bed en ook door de sake goed geslapen. Desondanks (of dankzij?) komen we moeilijk uit bed. Om acht uur douchen, snel wat yoghurt wegwerken en dan om negen uur met zijn vieren met de tram naar het Memorial Museum van Nagasaki. Gisteren wilde ik nog niet, dat was me even te veel direct na Hiroshima. Die indrukken moesten eerst verder verwerkt worden. Volgens de reisleider is het museum in Nagasaki en wat daarbij hoort luchtiger dan Hiroshima. Dat blijkt persoonlijk en voor Ed te kloppen. Bij mij komen de beelden nog heftiger binnen dan in Hiroshima. Het is anders opgezet, met een mooie lichtkoepel waarin je via een lange rondlopende trap teruggaat in de tijd. Aan de muur een kunstwerk van een Nederlandse kunstenaar, Manna Ori (Marten Brouwer). Een slinger van 1000 kraanvogels gevouwen uit 1 strook papier van 150 meter lang en 15 centimeter breed. Het museum lijkt kleinschaliger dan het museum in Hiroshima, het is vooral gericht op de slachtoffers. Het is hier ook aanzienlijk minder druk waardoor we minder worden afgeleid door het nu. Veel foto’s van mensen direct na de ramp, waaronder veel vrouwen en kinderen. Dat is ook logisch, de meeste (jonge) mannen waren gerekruteerd om voor Japan te vechten. Een grote maquette met licht, beeld en geluid (ook Engels gelukkig) laat goed zien wat er op het moment van de explosie en direct daarna gebeurde. Bizar is het filmpje waarin de bom wordt uitgereden, klaar gemaakt en in het vliegtuig geladen. Erom heen Amerikaanse soldaten in korte broek. Ik kan met niet voorstellen dat zij enig besef hadden van de verschrikking waar ze op dat moment aan meewerkten.

Het is genoeg, ik ben de eerste van ons vieren die eruit gaat. Gelukkig is het restaurant open en zit ik snel daarna met Ed aan de koffie met cake. Even bijkomen voordat we doorgaan naar de Memorial Hall, de plek waar alle slachtoffers worden herdacht.

De korte route blijkt echt tekort, die brengt ons namelijk niet in de hal zelf maar geeft alleen zicht van boven. Dus terug naar de normale route. Via lange gangen met op diverse plekken over harde steen stromend water komen we in de hal. De tocht naar de hal is bewust zo ingericht dat je de tijd en de ruimte hebt om je voor te bereiden op het herdenken van de slachtoffers. De hal zelf bestaat uit 12 verlichte glazen pilaren en een soort van hele hoge smalle boekenkast (tot aan het plafond) met op de planken boeken met alle namen van de slachtoffers. Het plafond tussen de pilaren is van glas waardoor er zicht is op de lucht en wat groen en er daglicht binnenvalt. Voor de boekenkast een klein altaar met de bekende kraanvogelslingers en een bloemstukje waaraan de kleinste gevouwen kraanvogels hangen die ik ooit heb gezien. Aan de lange zijden van de hal banken waar je de slachtoffers kunt herdenken. De eenvoud, het licht, de rust maakt het een serene ruimte die je raakt als je ook maar even stilstaat bij de onvoorstelbare catastrofe op 9 augustus 1945.

Eenmaal de hal uit komen we in een ruimte waar we door middel van een 3d filmpje door het desolate landschap na de bom worden geleid. Het beeld is niet echt realistisch. Het maakt desondanks duidelijk dat het voor ons onvoorstelbaar is hoe je dit als overlevende of later, zoekend naar je geliefden, ervaren moet hebben. Het verhaal van de jongen die met zijn gewonde broertje op de rug op zoek ging naar hulp bij familieleden en hier dus doorheen moet zijn gegaan komt opnieuw binnen. Het onderstreept de boodschap die Nagasaki en vele anderen waar het maar kan uitdragen: ‘Nagasaki is de laatste stad waar een atoombom viel’.

De indrukken werken door als we naar buiten gaan en in de zon op zoek gaan naar het Peace Park, de fontein, het standbeeld voor de vrede, en het hypocentrum (de plek van de bom). Her en der zijn meer of minder aangeslagen brokstukken van gebouwen van voor de bom te vinden. De bom (‘fat man’) was veel groter dan die van Hiroshima. Maar doordat Nagasaki in een kom ligt tussen de bergen, is de directe schade relatief beperkt gebleven. Er is daardoor bijvoorbeeld veel van de tempels die op de berghellingen staan bewaard gebleven. Het standbeeld voor de vrede valt tegen, sterker nog we vinden het eigenlijk heel lelijk. Het is indrukwekkend maar dat komt vooral door de grootte. De fontein is mooi maar niet echt bijzonder en ook de meeste beelden (door het buitenland geschonken) in de bijbehorende beeldentuin kunnen ons niet echt bekoren.

Het is inmiddels al weer één uur, tijd voor de lunch. We stappen een klein restaurantje binnen waar de taken van de eigenaren (waarschijnlijk een echtpaar) goed verdeeld zijn. Hij zorgt voor de rijst, noedels etc. zij bakt het vlees, de garnalen en wat er nog maar meer gebakken moet worden. Alles zonder een woord te zeggen. Wat ze niet verdeeld hebben blijkt als we wat beter kijken. Blijkbaar is er geen rooster om schoon te maken. Behalve het serviesgoed en de pannen (die zijn brandschoon) is de keuken een zootje. Het is behoorlijk groezelig en hoe langer ik er naar kijk hoe meer ik me afvraag of dit wel goed gaat. Dat merken we gauw genoeg. Het eten smaakt echter perfect. Helaas voor de mannen is er geen bier, die moeten het met water doen.

Door naar de Urakami kathedraal. Deze tussen 1895 en 1925 gebouwde kerk is volledig geruïneerd door de bom en na de oorlog in 1959 opnieuw opgebouwd. We mogen de kerk niet echt in en kunnen daardoor het altaar en de vrij modern gestileerde glas in loodramen niet goed bekijken. Alleen het achterste gedeelte is toegankelijk voor toeristen. Geen Maria altaar dus ook geen kaarsje. Jammer, want met uitzondering van het glas in lood valt de kerk (voor zover we het kunnen zien) tegen.

We zijn moe en onze benen en voeten willen eigenlijk niet meer. Wat gaan we nog doen? Eerst maar aardbeien gekocht bij een fruitwinkeltje. Zoals ik eerder beschreef is fruit hier vooral een cadeau, het gaat om groot en het moet er fantastisch uit zien. De aardbeien die we kopen zijn klein en daardoor gelukkig erg lekker, zeker omdat we al die tijd nauwelijks fruit hebben gehad. We snoepen geheel tegen de Japanse regels in de aardbeien op onderweg naar de tram.

Met de tram naar de tempels. Aan de andere kant van Nagasaki liggen tegen de berghelling diverse tempels langs een mooie wandelroute. We gaan op zoek naar de Kofuku-ji. Tot twee keer toe denken we dat we hem hebben. Als we moeten betalen bij de ingang weten we het vrijwel zeker en jawel driemaal is scheepsrecht. Dit is hem. Een mooie tempel met diverse bijgebouwen met als bijzonder element een grote houten klok in de vorm van een vis, een ruime tuin voor het hoofdgebouw en een Japanse tuin aan de zijkant. Bijzonder in deze streek zijn de gesnoeide palmbomen. Je houdt het niet voor mogelijk maar het lukt de Japanners om zelfs palmbomen zo te snoeien dat ze niet verder komen dan de 1e etage (begane grond voor ons).

Zo langzamerhand zijn we tempelmoe en dus gaan we terug naar de leuke winkelstraatjes waar we zojuist doorheen gekomen zijn. Tussentijds nemen we nog even de ‘Spectacle Bridge’ mee. Waarom die zo heet is niet zo moeilijk. De twee bogen en de bult daartussen doen echt denken aan de bril op iemands neus. We laten de bijzondere brug voor wat het is en gaan terug naar de winkelstraat. Daar verbazen we ons over de daar aanwezige poezen, ze hebben allemaal een korte staart. Hamvraag is zijn ze daarmee geboren of zijn ze een deel van de staart kwijtgeraakt? Geen idee.

Tijd voor een biertje en koffie met taart. Het levert niet genoeg energie op om door te gaan. We hebben echt een pauze nodig en besluiten daarom terug te gaan naar het hotel. Even zitten of liggen, even niks en dan om 19.30 op zoek naar eten.

Dit keer duurt het even. Het is rustig in Nagasaki. We vragen ons af of dit door de verhalen over de aardbevingen komt. En of het negatieve door Nederland afgegeven reisadvies inmiddels door andere landen is overgenomen. Snappen doe ik het niet. Dat we niet naar Kumamoto kunnen is begrijpelijk, daar wil je nu in de chaos ook niet zijn. Maar Nagasaki is goed te doen, de treinen rijden (in tegenstelling tot het advies van onze Nederlandse overheid) ook gewoon. Beetje vreemd allemaal.

Tripadvisor helpt niet echt bij onze zoektocht naar een restaurant. Een bezoekje aan China Town levert ook niets op. Grote lege restaurants met stevige prijzen trekken ons niet echt aan. We willen eigenlijk ook weer Japans. Uiteindelijk vinden we een prima stek met veel Japanners en goed eten. Een salade met sashimi (rauwe vis) en wasabi dressing (mmmmmm), gefrituurde kip en gebakken varkensvlees, natuurlijk rijst en een kommetje misosoep, de heren bier en de dames…… ja natuurlijk het is inmiddels standaard sake. Het is zo lekker dat we besluiten ook nog een Japans toetje te nemen. Ed waagt zich aan een bolletje vanille-ijs en een warm deegbolletje met een stevige vulling van iets met bruine suiker. Ik kies voor een bolletje vanille-ijs met tempura van banaan met rode (zoete) bonen. Zo lekker……

Tot slot nemen we in een koffiebar net voor sluiting een heerlijke cappuccino en dan is ook deze dag weer om. Nog een paar nachtjes en dan vliegen we terug.

Foto’s