Maandag 5 augustus, van Tingri naar Shigatze (hoogte 3.825 meter)

5 augustus 2013 - Shigatse, China

nAls we wakker worden is er nog geen elektriciteit. Ik ben blij met mijn hoofdlampje, daarmee kan ik zonder problemen alles doen wat ik wil, plassen, tanden poetsen, tas inpakken. Wel een beetje gek, dit zijn we echt niet gewend. We worden om 7.00 uur verwacht bij het ontbijt en ook niet eerder blijkt. Het duurt even voordat het loopt maar dan hebben we ook prima eten, cake, pannenkoekjes, ei, thee. Het smaakt ons goed. 

Ik ben vannacht wel een paar keer wakker geworden vanwege ademtekort. Dat blijft eng, ik moest mezelf echt toespreken om niet in paniek te raken. Ik wil Ed ook niet wakker maken, we liggen niet samen omdat we 2 twijfelaars hebben en samen in 1 is wel wat krap. We hebben allebei een lichte bloedneus als we wakker worden, niet heel erg dus maar wel symptoom van de grote hoogte. Ons lijf moet echt hard werken.

Nadat we de laatste foto's van de Mount Everest (in de wolken) in het ochtendlicht hebben gemaakt en ik afscheid heb genomen van mijn vriendje (een grote zwarte hond met rode wollen franje halsband die mij achterna liep, o wat moeilijk om deze lieve potentiële rabiësdrager niet te aaien) rijden we om 8.00 uur weg. Er zijn er wel een paar die zich flink beroerd voelen, mogelijk omdat ze zich niet aan de adviezen van Hans houden (veel drinken, geen alcohol en koffie, tabletje en rustig aan doen). Wij zijn ook niet helemaal top maar het is allemaal goed te doen.

Na een half uurtje rijden komen we in het dorp van onze T reisleider. Grote verrassing, we ontmoeten zijn moeder en mogen in haar huis alles bekijken. Het blijkt veel groter dan we dachten en de werkruimte met weefgetouw en trapnaaimachine is ook veel lichter dan verwacht. Het voorste gedeelte van het dak blijkt van glas. Diverse kleine en grotere gebedsmolens bij de ingang van de vertrekken, een stopcontact en spaarlamp aan het plafond. De woonkamer is keuken en slaapkamer tegelijk en het plafond, de muren en de steunpilaren zijn traditioneel beschilderd. Ook de kasten en ander meubilair zijn voorzien van schitterende traditionele T schilderingen. De broer van onze reisleider heeft dit gedaan, het is zijn werk dat hij nu uitvoert in Lhasa. In het huis zijn ook diverse gebedsmolens te vinden. 

We krijgen een kopje boterthee aangeboden, thee met melk en Yak-boter. We hebben er de meest vreselijke verhalen over gelezen. Eigenlijk valt het wel mee. Je moet het niet zien als thee, het heeft meer weg van bouillon. Het is wat zoutig en licht vet. Niet echt ons ding, maar zeker niet zo vies als we dachten. 

We mogen alles fotograferen, ook de bewoners in traditionele kledij. Ik vermoed dat ze zich speciaal voor ons bezoek extra mooi hebben aangekleed. Een wandeling door het dorp wordt afgehouden, dat snappen we ook wel, het ligt hier allemaal gevoelig. Dus na de laatste foto's en een kleine donatie van de groep reizen we verder. 

Het landschap richting Shigatze verveelt niet. We rijden over de hoogvlakte met aan weerszijden bergtoppen die in het begin vooral grijs zijn met wat struikgewas en later ook ander tinten aannemen. De bergtoppen worden doorsneden door brede of zeer brede verwilderde rivieren die nu bijna geheel droog staan. Wat betreft de gesteenten die we zien weet ik het niet zeker, maar de dieprode stenen met grote ronde keien erin zien eruit als oude rivierafzettingen, de verbrokkelde grijzige, groene schalies lijken meer diepzeeafzettingen. Een enkele keer zie ik versteende rivierzandafzettingen. Ik ken de geologie van de Himalaya niet maar ga daar zeker nog naar op zoek. Het ziet er interessant uit. 

Overal, met name op de hoge plekken hangen T gebedsvlaggetjes. En dan lichte paniek, de bus belandt in een kudde Yaks. Als de beesten eindelijk naar de andere kant van de snelweg (!) gaan komen er tegenliggers aan. Tsja en dan weten deze beesten het even niet meer. Uiteindelijk komt het goed en zijn zowel wij als de tegenliggers de Yaks voorbij zonder dat er gewonden zijn gevallen.

Natuurlijk weer diverse checkpoints waar serieus kijkende Chinezen onze papieren controleren. Één keer moeten we zelfs in de bekende permitrij (wij zijn nummer 18 en 19) gaan staan en worden alle paspoorten weer gecontroleerd. Echt idioot, als we al iemand mee willen smokkelen had die gewoon in de bus kunnen blijven. Voor ons blijft het toch voelen als buitenlander en T pesten, we houden er een naar gevoel aan over. 

We passeren een bord dat de bergen in wijst, daar ergens moet het basiskamp voor de Mount Everest liggen. We snappen er niet veel van, de Mount Everest lijkt niet echt op deze route te liggen. Natuurlijk weer de bekende vlaggetjes en een toilet (huisje met gaten in de grond). Vanaf nu blijkt dat bij dit soort plekken er altijd iemand is die betaald wil worden voor het gebruik van het toilet, tot op het agressieve af. Wat ze daarvoor doen blijft duister. Dan maar achter de bus, of achter een muurtje want struiken en bomen zijn er op deze hoogte niet.

Nog een stuk verder zijn we bij de hoogste pas die we deze reis per bus zullen overgaan: 5.250 meter. We zijn nog nooit zo hoog geweest. Het doet onze zieke medereizigers niet echt goed, die zijn blij als we straks weer gaan dalen. Wij verbazen ons weer over de enorme hoeveelheden gebedsvlaggetjes en witte zijden sjaals. Het lijkt soms mooier dan het is, op de grond is verder van alles te vinden, van schoenen tot truien tot wat afval (beperkt) en heel veel half vergane gebedsvlaggetjes. Maar de vlaggetjes die wapperen in de wind zijn natuurlijk schitterend. Bij elke pas zijn er mensen die er nieuwe gebedsvlaggetjes bijhangen. En natuurlijk ook hier weer een chagrijnige T mevrouw die van een afstand het toiletgebouw bewaakt. Wij gaan wel achter een muur.

Dan de lunch in een traditioneel Tibetaans restaurant. Om niet te veel tijd te verspillen heeft Hans een buffet besteld met noedels, rijst, Indiase en Chinese  groenten en een eiergerecht. Het gaat weer een beetje als vanouds, ik vind het wel lekker maar heb er ook snel genoeg van. Nog maar weer even een plasstop voordat we de bus in gaan. We stoppen zo ongeveer om het uur, door de antihoogteziektetablet en het vele drinken moet iedereen steeds plassen, we doen het op de gekste plaatsen en generen ons nergens meer voor. Als je moet dan moet je! Hier moeten we voor de toiletten de weg over. Daar worden we lastig gevallen door brutale kinderen. Ze zien er schattig uit met hun vuile koppies maar zijn echt niet leuk, een van onze reizigers kreeg een stomp in zijn kruis. Dus één van ons houdt de wacht bij de deur en laat de kinderen niet binnen zodat we twee aan twee kunnen plassen. 

En verder gaat de reis, we passeren nog een pas op 4.700 meter, die kunnen we hebben! Het inmiddels bekende tafereel met heel veel gebedsvlaggetjes, witte zijden sjaals, wat verkopers van prullaria en fossielen en betalen voor een smerig gat in de grond.

Eenmaal in Shigatze hebben we gelukkig een echt hotel met een redelijke kamer en badkamer. De thermostaat van de regendouche heeft wat kuren maar verder werkt alles. En we boffen, we blijven hier 2 nachten dus morgen niet gelijk inpakken en de kans om wat te laten wassen. Dat is inmiddels wel hard nodig.

Er is wel een probleem. Vanaf dat we China binnen zijn is het de meesten niet gelukt geld te pinnen. De ING-passen worden consequent geweigerd. We hebben 1.000 yuan geleend aan een medereiziger maar dreigen nu zelf in de problemen te komen (wij hadden vanuit Nederland Chinees geld meegenomen). Gaan we de was laten doen (is hier best duur) of houden we ons geld in de zak voor eten en toegangskaarten? Bah, wat een gedoe. En we willen onze Visa-card liever niet gebruiken omdat dat echt veel duurder is.

Eerst eten, er schijnt een goed T restaurant op loopafstand te zijn. Ons hotel ligt aan een grote straat en na enige omtrekkende bewegingen (we moesten om een bouwplaats van een gigantisch Chinees hotel heenlopen) vinden we het Yak-restaurant. Het is niet te missen, aan de gevel een enorme kop van een Yak. Binnen is niet te missen, dit is een T restaurant, traditioneel beschilderde muren en plafond, banken met wollen kleedjes en allerlei tierelantijnen.

En dan begint de pret. We hebben de avond van ons leven. De dames (in traditionele kledij) spreken geen woord Engels. Er is een enorm boek met vage foto's van alle gerechten. Er zijn ook wat T aan het eten en wat op hun bord ligt ziet er goed uit. Als we de dames met behulp van mijn vertaalboekje duidelijk hebben gemaakt dat we eerst wat willen drinken komt er schot in. We bestellen min of meer op goed geluk een aantal vegetarische en een aantal vleesgerechten en patat (niet te vergelijken met de onze, deze is pittig en gekruid). Als we een gerecht twee keer willen hebben snappen ze er niets van, we laten het maar zo. Iedere keer komen de dames niet meer bij van het lachen en verstoppen hun gezicht achter het zilveren dienblad. Ook de andere gasten van het restaurant vinden het een komische situatie, die witte mensen die niet goed met stokjes kunnen eten (sommige trouwens wel).

Het eten is superlekker, slechts 2 van de circa 13 gerechten niet (soort van worstjes en iets van heel droge broodballen met saus). Met name de gefrituurde momo's (hapje vlees/groente in deegvelletje) vinden gretig aftrek, daar bestellen we nog een portie van. Het kost even moeite om duidelijk te maken dat we de rekening willen. Als de dames met een aansteker komen aandragen komen we echt niet meer bij van het lachen. Uiteindelijk zijn we totaal 45 yuan (ongeveer 8,5 euro per persoon kwijt inclusief drankje en gratis thee). Weinig geld voor veel pret en goed eten.

Voldaan terug naar het hotel waar we (omdat we boven de lobby zitten) wifi op de kamer blijken te hebben. Lekker douchen, Ed slapen en ik achterstand reisverslag wegwerken.

Het was weer een mooie dag. 

Foto’s